263 Oude mensen moeten sterven

Oude mensen MOETEN sterven
Jonge mensen KUNNEN sterven

Daar ligt de oude tachtigjarige weduwe voor het raam. Op datzelfde plekje ligt ze nu al twaalf jaar lang, dag in, dag uit. Na een leven van hard werken trof haar een beroerte, die de ijverige vrouw half verlamd achterliet. En zo ligt ze daar nu, uitgerangeerd uit het volle bezige leven, waar ze zo erg veel van hield. Haar kinderen en kleinkinderen omringen haar met alle mogelijke zorg en liefde en zij leeft met hen allen mee, zoveel zij kan. Maar het leven heeft voor haar geen enkele waarde meer en zo ligt het oude vrouwtje daar, dag in, dag uit, te wachten op de dood. En dan…?

Daar fietst het veertien-jarige meisje in de grote groep mulo-leerlingen. Er staat een stevige wind, die ze op de open weg schuin tegen hebben … Maar daar geven die meisjes niet om; ze kunnen er wel tegen. Hun lichamen zij jong en sterk en ze zijn het fietsen gewend. Het is voor hen een genot om hun krachten te meten met die felle storm en opgewekt worstelen ze voort.

Een paar meisjes willen nog sneller en passeren de anderen. Een felle rukwind drukt hen opzij, twee fietsen ‘komen met elkaar in botsing en zo komt ons veertien-jarig meisje te vallen, juist op het moment, dat een zware vrachtauto de groep passeert. De chauffeur wijkt op zij en remt uit alle macht, maar het helpt niet. Hij kan niet voorkomen, dat een van de wielen over het meisje heen rijdt. Bewusteloos wordt ze naar het ziekenhuis gereden, waar ze sterft, zonder bij kennis gekomen te zijn.

Voor haar kwam de dood plotseling, onverwacht en ongewenst. En daarna?

Of de dood nu laat of vroeg komt, gewenst of ongewenst, langzaam of snel, bij allen keert de ziel terug tot God. “Het is de mensen beschikt eenmaal te sterven en daarna het oordeel.” En dat oordeel van een rechtvaardig God kan nooit gunstig uitvallen. onverschillig of we veertien of tachtig jaar geleefd hebben. Allen hebben gezondigd en het loon der zonde is de dood, het eeuwig oordeel.

Tenzij… ja, tenzij men in dit leven de Heer Jezus als Heiland en Verlosser heeft aanvaard. Wie bij het kruis van Golgotha vergeving van zonden heeft gezocht en gelooft in Jezus Christus, die daar voor die zonden stierf, heeft voor die dood niet te vrezen. Voor die is het sterven slechts een ingang tot het eeuwig leven in de heerlijkheid.

Jezus Christus, de Zoon van God heeft zelf gezegd: “Wie in Hem gelooft wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God.”

Wat gebeurt er met u, als u die dood overvalt?

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies