Een jongen, wiens oogleden vanaf de geboorte vergroeid waren, zodat hij van het zonlicht slechts een matte glans zag, werd geopereerd. Na de operatie moest bij in een donkere kamer zitten, totdat de wonden genezen waren en daarna werden zijn ogen langzaam aan het licht gewend. Toen hij een brandend kaarsje zag, vroeg hij blij: “Is dat de zon?”. Zijn ogen staarden naar het vlammetje en dronken als het ware het licht in. Spoedig daarop werden de gordijnen geopend en zag hij het licht van de sterren en de maan, dat de kamer binrendrong. Wat was dat een blijde gebeurtenis voor de vroegere blinde. “Is dat de zon?”, vroeg hij verbaasd en opgetogen tegelijk.
“Dat is de zon ook nog niet,”zei de verpleegster.
Eindelijk brak de dag aan, dat zijn ogen aan het zonlicht gewend zouden worden. Toen het gouden zonlicht de kamer binnenviel, zat de jongen stil en ontroerd op zijn stoel. Nu vroeg hij niet meer: “Is dat de zon?”, nu wist hij het en dankbaar loofde bij God, de Schepper van zoveel schoons.
Bent u nog in de duisternis en blind in deze wereld? Zoekt u het licht en de waarheid? Misschien heeft u het licht gezocht in de wetenschap of in de kunst. En bij iedere stap a.h.w. gevraagd: “Is dat het licht, de waarheid?”
Oh, als u Jezus Christus leert kennen als uw Heiland en Verlosser, Hij, die zijn bloed ook voor u deed stromen op Golgotha’s kruis, dan vraagt u niet meer “Is dat de zon?” Neen, dan weet u, dat u het licht der wereld hebt leren kennen. (Vertaald.)