Nog even iets over onze corpulente br. W uit Engeland. Hij was een tijdje een bezoeker van onze conferenties. Nu moet gezegd worden dat hij niet de enige broeder was met een zeer omvangrijke lichaam. Er was nog een broeder, namelijk br. S. uit Zwitserland. Deze was op de ‘ranglijst’ van corpulente broeders na br. W. een goede tweede, om zo te zeggen.
Het gebeurde op de conferentie in Alphen dat een groep jongeren broeders, die je de ‘hoop van de toekomst’ kon noemen op een bank tegen de achterwand van de zaal zaten. Je had daar een prachtig overzicht over het lokaal en je kon er de broeders en zusters naar binnen zien schuifelen en een plaats zien zoeken.
Op een gegeven moment ontdekten we broeder W. en niet ver van hem vandaan br. S. Plotseling zei mijn broer tegen de anderen op de bank: ‘Hebben jullie br. W. en br. S. elkaar wel een zien begroeten met een broederlijke kus?’ Hij was daar kennelijk een keer getuige van geweest. Zonder zijn toelichting af te wachten zei een die destijds de jongste professor van Delft was: ‘Dat moet lijf-aan-lijf-werk zijn geweest. We proestten het allemaal uit.