Het is voor ieder christen – en ook voor elk niet-christen! – van het grootste belang, te weten dat Christus eeuwen van tevoren voorzegd heeft wat de kenmerkende dingen zouden zijn, van de tijd waarin wij nu leven. Die voorzeggingen staan voor ons opgetekend in de bijbelboeken Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Elk van deze boeken belicht het optreden van Christus vanuit een andere gezichtshoek.
Mattheüs toont ons Christus als de aan Abraham en David beloofde Messias, de Koning van Israël, die Zijn leven gaf voor de schuld van Zijn volk. Zie o.a. Matth. 1:1.
Marcus schildert Hem als de volmaakte dienstknecht van God, gekomen om voor Zijn volk het zonde-probleem (waarvan het schuldvraagstuk het gevolg is) op te lossen. De openingsverzen tonen ons wie deze dienstknecht in werkelijkheid is, door te verwijzen naar Maleachi 3:1 en Jesaja 40:3. Vergelijk dit met Phil. 2:6-11.
Lucas presenteert ons in het derde hoofdstuk Christus als de zoon van Adam, dus als de Mensenzoon, die door Zijn offer de vrede op aarde brengen zal. Zie Ps. 8.
Johannes toont ons Christus als de eeuwige Zoon van God, die “vlees geworden” door Zijn vrijwillige overgave in de dood God volmaakt heeft geëerd in een wereld die tegen Hem in opstand is. Hier vinden we de werkelijkheid, die in het Oudtestamentische “brandoffer” profetisch werd afgebeeld. (Verg. Leviticus 1 met Johannes 10:17-18. In schema levert dit:
Mattheüs – de Koning van Israël, de Messias – schuldoffer – accent: “Wat Jezus zegt”
Marcus – de volmaakte Dienstknecht v. God – zondoffer – accent: “Wat Jezus doet”
Lucas – de Mensenzoon (waarachtig Mens) – vredeoffer – accent: “Wat Jezus voelt”
Johannes – de eeuwige Zoon van God – brandoffer – accent: “Wat Jezus weet”
Fantastisch Christus zo te beschouwen