292 Rechte voren

Drie jonge landarbeiders gingen een weddenschap aan wie het beste ploegen kon. Het ging er om wie de rechtste voren kon trekken. Twee echter boekten een mager resultaat. Ze riepen een oudere knecht om als scheidsrechter op te treden. Deze vroeg aan de eerste: “Waar heb je naar gekeken toen je ploegde?” “Ik heb naar het handvat van de ploeg gekeken en er op gelet hoe ik de ploeg schaar moest houden.” “Juist,” zei de scheidsrechter, “daarom is de ploeg nu eens naar links en dan weer naar rechts geschoten. De voor lijkt wel een kronkelende slang.”

De tweede stelde hij dezelfde vraag. Wel, antwoordde deze, “ik heb goed op de voor zelf gelet, ik dacht dat ik hem zo wel goed recht zou krijgen.” “Nou dat lijkt er anders in geen velden of wegen op.” “En nummer drie hoe heb je geploegd?””lk heb tussen de paarden door een boom in ’t oog gehouden, die op ’t eind van de akker stond.” Deze man had dan ook een rechte voor, want bij had een vast doel voor ogen.

Als u met uw levensploeg rechte voren maken wilt moet u ’t oog richten niet op uw buurman, niet op de omstandigheden, maar op Jezus Christus; Hem moet u kennen als de Heiland die voor u stierf. Maar ook als het doelwit voor uw leven.

“Daarom, dan ook, dewijl wij zo groot een wolk van getuigen rondom ons hebben laat ons alle last en de zonde die ons licht omtrekt afleggen en met volharding lopen de wedloop, die voor ons ligt, ziende op Jezus de overste Leidsman en Voleinder des Geloofs” (Hebr. 12 : 1, 2). (Vertaald)

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies