Het sloeg twaalf uur en de timmerlieden en metselaars staakten hun arbeid om te gaan schaften.
Het meegebrachte brood was gauw op en het blauwe kruikje snel leeg. Daarna bleven de meesten lekker in het zonnetje zitten en enkelen wipten een cafeetje in de buurt binnen.
Er was er echter ook een die wist, dat hij “niet leefde van brood alleen, maar bij alle woord dat uit Gods mond uitgaat.” Deze sloeg zijn zakbijbel open en begon te lezen.
Een andere werknemer zag dit en zei spottend: “Dat is vast een mooie liefdesgeschiedenis.”
“Inderdaad”, antwoordde de metselaar, “het is de geschiedenis van de grootste liefde.”
Kent u die geschiedenis? Leest u maar eens het derde hoofdstuk in het evangelie naar Johannes.