Enkele jaren geleden werd in Amerika een enquête gehouden, waaruit bleek dat 99 van de 100 Amerikanen aan God geloven. En toch evenals hier, wordt de massa gekenmerkt door onverschilligheid en zelfs vijandigheid tegenover het evangelie. Maar wat helpt zulk een geloof. “De duivelen geloven ook en zij sidderen”, zegt Gods woord.
Meent men misschien dat zo’n geloof een goed middel is tegen een volgende wereldoorlog? Een beetje godsdienstigheid zal het opperwezen wel gunstig voor ons stemmen?
Is dit geloof of afgoderij?
U moogt kerken bouwen, godsdienstsamenkomsten houden, op uiterlijke ceremonieën vertrouwen, ze redden u noch van de wereldcatastrofe, noch van Gods toorn, die komt! De Israëlieten meenden dat ze de Filistijnen konden verslaan als ze de ark van God maar in het leger hadden. Maar die houten kist op zichzelf, hoewel volgens Gods bevel gemaakt, redde hen niet, omdat hun hart van God was afgeweken.
Heeft u geloof of alleen wat godsdienstige vormen en gebruiken?
Micha, wiens geschiedenis in Richteren 18 staat opgetekend, had een Leviet gehuurd als privé-priester. Een efod terafim, gegoten en gesneden beeld kon je bij hem aantreffen. Hij bedoelde ongetwijfeld niet hiermee afgoderij te plegen, maar zag ze als tekenen en symbolen van Gods tegenwoordigheid in zijn huis. Hij had behoefte aan godsdienstigheid. Maar als de Danieten op een emigratietocht er met zijn priester plus efod enz. vandoor gaan klaagt de arme man: “Jullie hebt m’n goden, die ik gemaakt heb en m’n priester meegenomen en wat heb ik nu nog meer?”
Micha’s godsdienst kon je stelen. Helaas heeft Micha vele volgelingen.
Is het geloof of formalisme?
Meent u dat trouw naar de kerk gaan, geregeld Bijbellezen enz. enz. u geschikt maken voor de hemel? Heeft uw godsdienst de sfeer van een ijskast of van de warmte van Gods Geest? Alle uiterlijke dingen van bidden, bijbellezen en kerkbezoek hebben geen enkele waarde voor God als men zich zelf niet vernederd heeft voor Jezus Christus en als een ootmoedig zondaar Hem toeliet in het hart.
Jesaja spreekt over zulk een formalisme in Jes. 66:3: Wie een rund slacht (om aan de Heer te offeren volgens de wet) doodt een man (staat voor God als een moordenaar);
Wie een lam offert (voor de Heer) breekt een hond de nek (staat in Gods oog gelijk met ’t doden van een onrein dier);
Wie spijsoffer offert (volgens de wet van God) is als wie zwijnenbloed offert (’t meest onreine dier wat je maar denken kunt);
Wie wierook ten gedenkoffer ontsteekt (alles volgens Gods woord) is als wie een afgod zegent.
Zo beschouwt God het.
Want ze kiezen hun eigen wegen. Hun hart is niet vernederd voor God. Het is een dode, koude godsdienst. Formeel is alles in orde. U moogt de meest bijbelse eredienst plegen, het baat u niet. God wil slechts wonen in een hart dat zijn schuld heeft beleden en de Heer Jezus als Verlosser heeft aangenomen.