340 jrg 132, 08-1989 Jammer, Jozua

Een strijder – Van Jozua zijn heel mooie dingen te vertellen. Dingen waarin hij voor ons een voorbeeld is om na te volgen. Dingen waarin hij in veel gevallen een schaduwbeeld is van Christus die voor ons het volmaakte voorbeeld is. Dat zien we al direkt bij de eerste vermelding van zijn naam in Ex.17:9.

Hij krijgt van Mozes de opdracht uit het volk een leger te vormen en te strijden tegen Amalek. Hij is daar die dappere strijder die het volk van God aanvoert. Zo is Christus onze Aanvoerder in de geestelijke strijd. Hij heeft de strijd met satan en zijn machten eerst Zelf alleen gestreden, en Zich daarna als overwinnaar gezet aan Gods rechterhand. In onze strijd is Hij evenwel met ons en gaat Hij ons voor.

Een geestelijk man

Jozua was ook de man die met Mozes de berg Sinaï op ging (Ex.24:13; 32:17). Hij was dus niet alleen een strijder en zelfs aanvoerder in de strijd, maar ook een man die geestelijke oefeningen doormaakte in het naderen tot God en in het vertoeven in zijn tegenwoordigheid ten behoeve van het volk (Ex.33:11). Anderzijds toont Ex.32:17 dat het hem nog aan levenservaring ontbrak om te kunnen opmerken welk kwaad er onder het volk was, alsook aan geestelijk inzicht om goede dingen juist in te schatten die niet precies zo geschieden als geordend is (Num.11:28).

Een man met geloofsvertrouwen en geloofsmoed

Vervolgens zien we hem onder het twaalftal verspieders. Daarbij is hij samen met Kaleb een lichtend voorbeeld van geloofsvertrouwen. Hij vertrouwt erop dat God het volk het land zal schenken, ook al wonen daar Enakieten. Ook is hij een voorbeeld van geloofsmoed. Tegen de afvallige kreten van de andere tien en van het volk in getuigt hij voor God, waarbij hij zijn leven riskeert (Num.13:16; 14:5-10).

Een voorbeeldige leider

Aan het eind van de woestijnreis wordt Jozua als opvolger van Mozes aangesteld (Num.27:18-23; Deut.1:38; 3:21,28; 31:3,7,14,23; 34:9). Hij heeft zijn sporen verdiend en wordt nu de leidsman die het volk in het land zal brengen. Is Mozes als leider het beeld van Christus als de Overste Leidsman van het geloof, Jozua is het als de Voleinder (zie Hebr.12:2). We zien vervolgens zijn trouw als leidsman, zijn moed als aanvoerder in de strijd, zijn geloof, zijn toewijding aan de Heer tot het eind toe (Joz.1-24).

De strik van overmoed

Helaas zitten er op het blazoen van Jozua twee vlekken. Gods Woord spreekt daarover en verheelt ze niet. Bezien we het totaal van zijn leven, dan is Jozua voor ons een lichtend voorbeeld ter navolging. Maar in twee gevallen is hij een voorbeeld ter waarschuwing, en dat hebben we ook nodig. Tweemaal in zijn leven is Jozua een strik van de overmoed en in de strik van de hoogmoed. Beide getuigen van een moment van gemis van afhankelijkheidsbesef. In de strik van de overmoed trapt Jozua als hij na de overwinning bij Jericho op Ai af trekt. De oudsten zeggen: ‘Het gehele volk behoeft niet op te trekken, laten ongeveer twee- of drieduizend man optrekken om Ai te verslaan; vermoei niet het gehele volk door een tocht daarheen want ze zijn daar weinig talrijk’.

Het is zeker waar, dat Israël voor Ai verslagen werd omdat er een ban in het leger was, en dat was de ontzettende schuld van Achan, de hebzuchtige. Maar even waar is, dat de oudsten en ook Jozua geleid werden door een geest van overmoed. Ze zullen het wel even fiksen! Als Jozua niet op eigen kracht vertrouwd had, maar de Heer had gevraagd, dan zou net als in het geval van Jonathan (1Sam.14:37) duidelijk geworden zijn, dat er een ban was. Het is niet zo, dat Israël alleen de nederlaag lijdt door de ernstige zonde van Achan, het is ook een kwestie van bestraffing van het volk vanwege hun overmoed.

De strik van hoogmoed

De tweede strik waarin Jozua trapt is de strik van de hoogmoed, van het gestreeld zijn. Dat zien we in de kwestie met de Gibeonieten. Die geschiedenis is een illustratie van het woord uit het Nieuwe Testament, dat de zonen van deze eeuw verstandiger zijn dan de zonen van het licht (Luk.16:8). Met uiterste sluwheid doen de Gibeonieten zich voor als mensen uit een ver land. Het streelt je gemoed als lieden uit een ver land je even komen vertellen wat een machtige dingen ze aangaande je gehoord hebben en als ze dan je gunst zoeken en een verbond met je willen. Wel, Jozua en de hoofden van de vergadering trappen erin. Dat was niet nodig geweest. In dit geval staat het euvel erbij vermeld: ‘maar zij raadpleegden de Here niet’.

Gen besef van afhankelijkheid van God en het gemoed gestreeld … dan moet het wel mis gaan. Jammer, Jozua! kunnen we zeggen. Jammer dat het zo gegaan is! Maar niet jammer dat het beschreven is, want wij trappen wellicht nog veel gemakkelijker dan Jozua in de beide hier gesignaleerde strikken. Zowel bij het gewone werk (dat we trouwens ook voor de Heer doen) als bij geestelijke arbeid vertrouwen we zo licht op eigen kunnen.

Vorige keer ging het immers ook goed! Zowel bij het gewone werk als bij geestelijke arbeid staan we open voor complimentjes, voelen we ons gestreeld als we geprezen worden, lopen we gevaar verkeerde verbindingen aan te gaan omdat die zo eervol lijken, doen we graag werk dat opvalt. De twee lessen uit het leven van Jozua zijn uiterst aktueel. We kunnen voor de beide valstrikken bewaard blijven als we het voorbeeld volgen van Hem, die nooit de afhankelijkheid van God uit het oog verloor, het voorbeeld van Jezus Christus, onze Heiland.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies