424 jrg 140, 04-1997 Heer, leer ons bidden

Wat is bidden?

Bidden is als nietig schepsel in contact treden met God, de Schepper van hemel en aarde. We zijn niet alleen nietige schepsels, maar ook zondige schepsels. In Gn 3 lezen we hoe het vredige contact tussen God en de mens verbroken is door de zonde van Adam en Eva. Ze waren ongehoorzaam aan God en ‘kropen weg’ voor Hem, want hun geweten beschuldigde hen van kwaad. Gelukkig liet God hen niet zitten in die ellendige situatie. Hij zocht ze op en riep ; ‘Waar ben je’. Bevend kwamen ze tevoorschijn.

Na hun zonde was hun onbevangenheid verdwenen. Ze waren tot de ontdekking gekomen dat ze naakt waren en hadden getracht dat euvel te verhelpen door zich te bekleden met vijgebladen. Voor God hielp dat echter niet. Toen Adam zo voor God stond moest hij erkennen: Ik ben naakt’. Dat betekent meer dan alleen:‘Ik heb geen goede kleding’. Het houdt in dat Adam zich schuldig voor God wist. Daarop bekleedt God het eerste mensenpaar met rokken van vellen. Dat betekent meer dan dat Hij ze passende kledij verschafte. Het houdt in, dat er dieren geslacht werden en Adam en Eva bekleed werden met ‘de bewijzen van de dood van een ander. We hebben hier een symbolische heenwijzing naar het offer van Jezus Christus, waardoor een mens gerechtvaardigd kan worden van zijn zonden en weer in contact met God kan komen.

Wat heeft dit met bidden te maken? Dit: dat een mens alleen maar met God in contact kan komen door te erkennen dat Hij een zondaar is, die zich moet bekeren. Het eerste gebed van een mens moet dan ook luiden: ‘O, God wees mij, de zondaar, genadig’ (Lk. 18:13). Als iemand dat met een oprecht, berouwvol hart bidt, dan vergeeft God zo iemand zijn zonden en neemt hem aan als zijn kind. Voor zo iemand is biddenals kind in contact treden met je hemelse Vader.

Deze twee aspecten: als schepselen contact hebben met God, de Schepper en als kinderen naderen tot God als onze Vader kunnen we onderscheiden, maar we moeten die twee niet scheiden. Gebed is dus een handeling die alles te maken heeft met een bepaalde relatie. Het is een vertrouwelijk omgaan met God, die we onze Vader mogen noemen. Geweldig dat we zo’n omgang met God mogen hebben.

Hoe bid je?

Voor sommige mensen is het een probleem hoe ze moeten bidden. Ze horen het anderen doen met prachtige volzinnen en superbeschaafd. Omdat zij het niet zo mooi kunnen, houden ze zich maar stil. Dat is erg jammer. Zowel wat woordkeus als onderwerpen betreft, is bidden een heel eenvoudige zaak. Immers, hoe komt een kind bij zijn vader of moeder om iets te vragen? Toch heel eenvoudig met de vraag :‘Pappa mag ik dit of dat’ of: ‘Mamma, wilt u me even helpen?’. Welnu, zo eenvoudig mogen wij naar God, onze hemelse Vader, toegaan en vragen: ‘Lieve Vader, (trouwe Vader, Getrouwe God en Vader, of wat voor andere aanspraak ook) wilt u mij ..’.en dan volgt ons verzoek.

Er staat in Fp4:6 dat we onze wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend mogen maken bij God. Hebben we kracht nodig voor een bepaalde taak, dan smeken we God om kracht. Zijn we ziek, dan vragen we God ons te genezen of de medicijnen te doen dienen tot onze genezing. Weten we niet hoe we in een bepaalde situatie moeten handelen, dan vragen we God of hij ons duidelijk wil maken wat we moeten doen. Kortom, we kunnen met al onze zorgen en noden tot God gaan. Ga maar in de Bijbel na hoe de mensen met vragen bij de Heer Jezus kwamen. Net zo eenvoudig mogen wij tot God gaan. ‘Met dankzegging’ staat er. We mogen God danken voor alles wat Hij ons gegeven heeft en wat Hij voor ons wil zijn. We mogen Hem ook danken dat Hij naar ons wil horen en in onze nood wil voorzien.

Uit het ‘Onze Vader’ kunnen we leren dat het goed is om de dingen van God in ons gebed de voorrang te geven boven het bidden om persoonlijke noden Het gebed om dagelijks brood staat niet aan het begin, maar middenin! Maar op zichzelf mogen we alle noden bij Hem brengen en Hem bidden om uitkomst. We doen dat nooit eenvoudig genoeg! Het gevaar is veel groter dat we het te gepoleist willen doen.

Bidden dient ertoe dat we op één lijn met God komen en delen in Zijn belangen. Iemand heeft eens gezegd, dat bidden ‘geestelijk ademhalen’ is. Bidden is de ‘ademtocht van de ziel’. Laten we dan maar diep ademhalen!

Wat bidden niet is

Bidden is niet hetzelfde als een gebed opzeggen. Dat kan namelijk inhouden dat je bepaalde volzinnen naspreekt of opzegt zonder erover na te denken wat je zegt. Nog minder bestaat het in het gebruik van gebedstrommels, zoals we die in de heidense religies kennen waarbij op de binnenste rol allerlei gebeden staan geschreven die in het omhulsel worden rondgedraaid en waarvan de gebeden dan voor een gleuf in het omhulsel gedraaid worden en zo aan de godheid worden voorgesteld. Evenmin bestaat het uit het gebruik van een rozenkrans, waarbij een serie van dezelfde gebeden gemurmeld worden. Dat is wel opzeggen van gebeden, maar dat heeft met bidden weinig gemeen.

Van Saulus van Tarsen wordt als bijzonderheid gezegd: ‘Zie hij bidt’ (Hd9:11). Hij heeft als farizeeër voor die tijd natuurlijk ook wel gebeden. Maar was dat wel echt bidden? Zonder daarover te oordelen, kunnen we wel zeggen dat hij daar in Damascus echt bad en zijn ziel uitstortte voor God. De discipelen vragen:‘Heer, leer ons bidden’(Lk11:1). Of ze dat ook zo bedoeld hebben, weet ik niet, maar ze hebben in elk geval niet gevraagd: Leer ons een gebed’. Er zijn wel boeken over het gebed, waarin ook diverse gebeden staan. Natuurlijk kun je zo’n gebed met aandacht nazeggen en dan is dat echt bidden, maar het gevaar is dat je een gebed klakkeloos nazegt. Daarom vind ik het toch mooi, dat er staat: ‘leer ons bidden’.

Bidden is natuurlijk een bepaalde activiteit van langere of kortere duur, maar eigenlijk behoort het een levenshouding te zijn zoals we dat lezen in Ps109:4:‘Ik ben een en al gebed’. Ongetwijfeld is dit een Messiaanse uitspraak die ziet op de Heer Jezus. Hij bracht nachten door in het gebed. Bij Hem vinden we dit volmaakt. Maar laat ook ons leven door gebed gekenmerkt worden.

Iemand heeft eens gezegd: ‘Bidden is vragen en ontvangen is het antwoord’. Daar zit wel een kern van waarheid in, maar het is te eenzijdig gezegd. Bidden is meer dan vragen alleen, het is, zoals al eerder gezegd: spreken met God. Bovendien is bovenstaande formulering eenzijdig omdat onze gebeden niet altijd worden verhoord. Ze worden wel beantwoord, maar niet altijd verhoord. We zien dat heel duidelijk in 2Ko12:7-10. Paulus bidt om verlost te worden van de doorn in het vlees. Hij vraagt dat tot driemaal toe, maar de Heer neemt de doorn niet weg. Wel krijgt de apostel antwoord op zijn gebed, want God zegt hem: ‘Mijn genade is u genoeg’. Dat betekent dat God hem genade geeft om met die doorn in het vlees te leven. Een doorn, overigens, die een heel nuttige funktie heeft, namelijk om Paulus te bewaren voor hoogmoed. God zegt: ‘Mijn genade is u genoeg’ en Paulus moet leren zeggen: ‘Uw genade is mij genoeg’. En die les heeft de apostel kennelijk geleerd.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies