Jeruzalem, de schaal der bedwelming
Dat het jaar 70 niet het einde betekende van Jeruzalems geschiedenis, hebben de achter ons liggende eeuwen laten zien, maar dat betreft alleen het historisch herstel en voortbestaan van de stad. De vraag is of Jeruzalem ook in Gods heilsgeschiedenis nog een rol zal spelen.
Voor velen van ons, die de oprichting van de staat Israël hebben meegemaakt en de daarop volgende geschiedenis van de stad onder ogen zien, is dat geen vraag meer. Toch moeten we bedenken dat het tegenwoordige politieke herstel van Israël niet een geestelijk herstel inhoudt, zoals bij de terugkeer uit de Babylonische ballingschap. God heeft ongetwijfeld de hand in de naoorlogse geschiedenis van Israël, maar Hij treedt nog niet openlijk met macht ten behoeve van zijn volk op. Dat kan pas als Israël zich bekeert. Al de teksten die spreken over een toekomstig herstel van volk, land en stad,laten daaraan de bekering van Israël als voorwaarde voorafgaan.
De zin van de terugkeer van de Joden
De zin van wat er zich na de Tweede Wereldoorlog in het Midden-Oosten heeft afgespeeld, is dat daardoor de voorwaarden voor de vervulling van de profetie, o.a. die van Zacharia, zijn vervuld.
Zacharia spreekt namelijk over de geschiedenis van Jeruzalem in de eindtijd, vlak voor de verschijning van Jezus Christus. Hij kondigt daarbij aan, dat Jeruzalem zal worden tot een drinkschaal van bedwelming voor alle volken in het rond en tot een lastige steen waaraan ze zich zullen vertillen (Zc12:2-4). De Joden in het land zullen in grote benauwheid komen; de ongelovigen onder hen door zijn oordeel (Zc13:7-9), en de stad Jeruzalem voor alle volken in het rond en tot een lastige steen waaraan ze zich zullen vertillen (Zc12:2-4).
De Joden in het land zullen in grote benauwdheid komen; de ongelovigen onder hen door zijn oordeel worden getroffen (Zc 13:7-9) en der stad Jeruzalem zal door de volken worden belegerd en ingenomen. Over de inwoners van Jeruzalem zal de Geest van de genade en de gebeden worden uitgestort, zodat ze zich met berouw zullen bekeren en Hem zullen aanschouwen die ze doorstoken hebben (Zc12:10-14). Dan zal er reiniging van hun zonden plaatsvinden (Zc13:1). Dan zal de Heer Zelf verschijnen. Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg en Hij zal de getrouwen onder zijn volk verlossen (Zc14:3-7) en hun vijanden zal Hij verdelgen (Zc12:8; 14:3). In welke volgorde we deze feiten precies moeten plaatsen laat ik rusten, maar de feiten op zichzelf zullen plaatsvinden. Daar staat het Woord van God garant voor.
Levende wateren uit Jeruzalem
Deze turbulente gebeurtenissen luiden het werkelijke herstel van Jeruzalem in. Dan zullen er levende wateren uit Jeruzalem stromen en zal de Here Jezus Christus koning zijn over de hele aarde (Zc14:8,9). De legers van de volken die tegen Jeruzalem opgetrokken waren, zijn dan vernietigd, maar ook de volken die deze legers hebben ‘geleverd’ zullen worden geoordeeld (Zc14:12,13). Eerst dan zal er vrede zijn op aarde en zullen de volken komen om het loofhuttenfeest te Jeruzalem te vieren. Het Messiaanse rijk, het vrederijk ofwel het duizendjarig rijk, zal dan zijn opgericht. Toch is het nog niet een volmaakt gelukzalige toestand. Er is nog sprake van tuchtiging van volken die ongehoorzaam zijn en die niet naar Jeruzalem trekken om de Here het loofhuttenfeest te vieren (Zc14:16-21).
Een soortgelijk iets treffen we ook aan in Js66:17-25. Vs.17 spreekt van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, maar vs. 18-20 handelt over dat wat God bewerkt als een eerste stadium en daarbij is nog sprake van dood en van vloek. De profetie van Zacharia eindigt met het Messiaanse rijk en met het aardse, joodse aspect ervan. 0p21:9vv. onthult ons dat er ook een hemels, gemeentelijk aspect is. Het nieuwe Jeruzalem wordt namelijk ‘de bruid van het Lam’ genoemd, en de stad daalt uit de hemel neer. De muur van de stad is gebouwd op fundamenten waarop de namen van de twaalf apostelen staan. Dat geeft het ‘gemeentelijk’ aspect aan. Maar in de muur zitten poorten en daarop staan de namen van de zonen van Israël (0p21:12,13). Dat ziet op de plaats van het herstelde Israël op aarde. Tot die poorten zullen de volken en de koningen van de aarde hun heerlijkheid brengen (21:24-26).
Tot ziens in het Nieuwe Jeruzalem
Als we de diverse schriftplaatsen vergelijken, blijkt dus dat er een gelukzalige Christusregering zal komen, maar dat pas daarna de eeuwige gelukzalige toestand optreedt waarbij van dood en rouw geen sprake meer is. In 0p20:1-6 is sprake van de regering van Christus gedurende duizend jaar met allen die tot de eerste opstanding behoren. Pas daarna wordt er in 0p21:1-8 gesproken over de eeuwige toestand. Zo ook lezen we in 1 Ko 15:20-26 eerst over de regering van Christus, maar die gaat blijkens vs.27,28 over in de uiteindelijke regering waarbij God zal zijn alles en in allen. Het nieuwe dat God schept in het vrederijk, gaat dan over in het volmaakt nieuwe van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Hier op aarde hebben orthodoxe Joden jarenlang de heilwens geuit: ‘Volgend jaar in Jeruzalem!’ Als christenen mogen we elkaar echter toewensen: TOT ZIENS IN HET NIEUWE JERUZALEM. Laten we ons nu al gedragen als burgers van dat volmaakte rijk.