Kinderen zijn kandidaten voor de hemel
(Matth. 19:13-15)
Met kinderen houden wij soms maar matig rekening, ten minste als het niet onze eigen kinderen zijn. ‘Het is maar een kind’, zeggen we dan. Voor God hebben kinderen echter grote waarde en voor Jezus Christus ook.
Als moeders met hun kinderen bij Jezus Christus komen, willen de discipelen dat verhinderen. De rabbi is toch veel te groot om met kinderen om te gaan! Maar de Heer corrigeert hen. Hij ziet in de kinderen kandidaten voor het koninkrijk der hemelen. Bij kinderen vind je het eenvoudig aannemen, de ongecompliceerdheid. Kinderen berekenen niet, kinderen nemen aan.
Jezus Christus legt de kinderen de handen op, wat ongetwijfeld betekent dat Hij hen zegent. Wil dit nu zeggen dat kinderen van gelovige ouders automatisch behouden zijn? Nee, genade is – terecht gezegd – geen erfgoed. Het betekent echter wel dat we onze kinderen, hoe jong ze ook zijn, bij Jezus Christus mogen brengen in het gebed en hen vroeg van de Heiland mogen vertellen. Het betekent dat we elk kinderwerk in deze zin onze steun zullen geven. Het houdt in dat het kinderhoekje in “Genadeklanken” een waardevol onderdeel is van dit evangelisatieblaadje.
Anderzijds echter staat elk kind persoonlijk voor de beslissing om zich tot God te bekeren en te geloven in de Here Jezus Christus.