Wat is het grote gebod?
(Matth. 22:34-40)
De ene deputatie na de andere is bij Jezus van Nazareth geweest. Wil men dan zo graag zijn mening weten? Is men zo gesteld op zijn oordeel over bepaalde zaken? Welnee, het gaat er alleen om Hem te vangen in zijn woorden. Al die vragen over gezag, belasting betalen aan de keizer, de opstanding, waarmee ze bij Christus komen, hebben niets ge betekenen. Ze komen niet voort uit een oprecht, belangstellend gemoed. Kijk, daar komen weer een paar eerbiedwaardige personen aanzetten.
Eerbiedwaardig wat hun uiterlijk, niet wat hun innerlijk betreft. Heel netjes richten ze zich tot Jezus met de vraag: ‘Meester, wat is het grote gebod in de wet?’ Wat zit er achter die vraag? Ongetwijfeld dit: voor de Jood was het sabbatsgebod haast wel het belangrijkste van de tien. En Jezus van Nazareth genas en deed wél op sabbath. Als Hij dus ook het sabbatsgebod als het belangrijkste zou beschouwen, dan zouden ze Hem daaraan mooi kunnen ophangen, want zelf hield Hij immers de sabbat niet voor honderd procent.
De Heer gaat echter niet het ene gebod tegen het andere op een goudschaaltje af wegen als of het ene belangrijker is dan het andere…. Wat inhoudt: als ik een onbelangrijk gebod overtreed is dat niet zo erg als een hoofdgebod. Alsof het in beide gevallen iet een bewijs van ongehoorzaamheid zou zijn!
Nee, de Heer neemt de term “het grote gebod” in de zin van: “wat is nu de kern van de wet”. En Hij vat de eerste tafel en de tweede samen in deze dubbele zin:
“Gij zult de Here, uw God liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand”; en: “Gij zult uw naaste liefhebben als u zelf”.
Het gaat niet om het houden van een aantal voorschriften zonder meer…. Zo vatten de Farizeeën hun godsdienst op. Nee, het gaat om de toestand van het hart, daardoor moeten de daden gedragen worden. En dat mankeerde er bij de Farizeeën, die zo wetgetrouw waren, aan. Als ze dit antwoord van de Here ernstig overdachten, en als wij dat antwoord ernstig overdenken, dan blijft er maar één conclusie over: ‘Dat dubbele gebod heb ik eigenlijk nooit gehouden en kan ik uit mezelf ook niet houden, want ik heb mezelf veel liever dan God en acht mezelf veel hoger dan mijn naaste’.
Wie eerlijk z’n hart onderzoekt weet dat daar het egoïsme – in wat voor vorm dan ook gehuld leeft. Hoe moet dat dan?
Wel, Jezus Christus is niet alleen op aarde gekomen om te leren en om goede daden te doen. Uiteindelijk kwam Hij om zijn leven te geven tot een losprijs. Wij schieten hopeloos te kort wat de rechtvaardige eisen van God betreft, wij hebben het oordeel verdiend. Jezus Christus wilde echter in onze plaats gaan staan en het oordeel voor ons dragen. De grote vraag is maar of wij zijn offer willen aanvaarden; dan eerst kunnen we god werkelijk liefhebben en onze naaste als onszelf, want dan stort God zijn eigen liefde in ons hart uit.