Wist u, dat er in de bijbel over dit soort ‘vrouwelijke zaken’ gesproken wordt?
‘O’, hoor ik iemand mopperen, ‘mag je als meisje soms geen enkel versierinkje dragen, want u bedoelt natuurlijk, dat de bijbel niet veel goeds over die snuisterijen zegt’.
Inderdaad zegt de bijbel in het geval dat ik op het oog heb, niet veel goeds over die dingen, maar dat heeft dan toch wel een bepaalde reden, want ik ken ook een gedeelte uit de bijbel waar over armbanden en zo gesproken wordt, zonder dat er iets kwaads van wordt gezegd. Ik denk daarbij namelijk aan Abraham, die zijn knecht allerlei versierselen en kostbaarheden mee gaf voor de toekomstige vrouw van zijn zoon. U kunt daarvan lezen in Gen. 24:22, 53.
Vrouwen als Sara, Rebekka en anderen hebben dus heus wel bepaalde versierselen gedragen. Maar…. Van deze vrouwen lees je in het nieuwe testament dat hun versiering niet in die uiterlijke zaken bestond, maar in een stille en zachtmoedige geest voor God. Lees maar 1 Petr. 3:3-5! Ze droegen dus wel wat, maar dat was hun eigenlijke versiering niet.
Met de vrouwen en meisjes, waar ik nu echter op doel, was dat heel anders. Weet u wat er van hen staat? Dit:
‘Omdat de dochters van Sion verwaten zijn geworden en rondlopen met gerekte hals en lonkende ogen, omdat zij met trippelende gang wandelen en haar voetringen laten rinkelen, zo zal de Here…… Jesaja 3:16-4:1.
Hier gaat het dus om heel andere vrouwen. Geen vrouwen met een stille, zachtmoedige geest, maar vrouwen die verwaten waren. Meisjes, die het er alleen maar om te doen was de ogen van bewonderaars op zich te vestigen. Voor hen bestond alleen maar het lichamelijke en seksuele.
Dat het volk van God de Here afweek en God hen daarom tuchtigde…. dat merkten ze niet eens.
En daarom kondigt God hen aan, dat Hij de versierselen, waar zij alleen maar aandacht voor hadden, van hen zal wegnemen en dat ze zijn straffende hand zouden ondervinden. Die tuchtiging van de Here is over Juda gekomen en niet zo’n beetje ook. Uiteindelijk is het gehele volk weggevoerd.
Wel, er valt een parallel te trekken tussen de toestand, die er toen in Israël heerste en de situatie waarin wij nu verkeren. Het lichamelijke, het zinnelijke, het seksuele voert tegenwoordig immers ook de boventoon.
Natuurlijk wil ik de blaam niet alleen op de vrouwen en meisjes leggen. Maar als de vrouw haar ingetogenheid prijsgeeft, dan toont dat aan hoe het met het geestelijk klimaat waarin we leven gesteld is.
Het toont tevens, dat we ver opgerukt zijn in de tijd. Zoals bij Juda het oordeel voor de deur stond, zo staat het voor de wereld en wel in het bijzonder voor de afvallige christenheid voor de deur.
En dat is een reden te meer om u op te roepen ernst te maken met uw leven. Een oproep, die geldt voor meisjes en vrouwen, ja, voor een ieder die de ware God, schepper van hemel en aarde, nog nooit een plaats in hun leven hebben gegeven.
Gelukkig is die God nog lankmoedig en laat Hij het evangelie brengen. Het evangelie, dat vergeving van zonden betekent en levensvulling inhoudt.
En dit is het evangelie, dat God zijn Zoon voor ons in deze wereld heeft gezonden om voor ons te sterven op het kruis. Wat God vraagt is: bekering, dat wil zeggen erkenning van zonden, zelfoordeel en geloof in Jezus Christus.
Wie zo tot Hem komt, neemt Hij aan en geeft Hij een levenstaak voor Hem.