Het eerste bijbelboek, Genesis, is als een zaadje: allerlei bijbelse begrippen, die we later tegenkomen, zoals verkiezing, roeping, rechtvaardiging, erfgenaamschap zijn er als in de kiem in aanwezig. Een tweede bijzonderheid van dit boek is, dat het een groter deel van de geschiedenis van de mensheid beschrijft dan welk ander bijbelboek ook, een groter deel zelfs dan de rest van de Bijbel. Het begint met de beschrijving van de schepping en eindigt met het komen van de Israëlieten in Egypte.
In het volgende overzicht is de inhoud van het boek kort samengevat:
Genesis 1:
Schepping van hemel en aarde, de zes scheppingsdagen.
Genesis 2:
Adam en Eva in de hof.
Genesis 3:
Zondeval en vloek.
Genesis 4:
Kaïn doodt zijn broer Abel, zijn nageslacht wijkt af.
Genesis 5:
Geslachtsregister van Adam tot op Noach.
Genesis 6-8:
De zondvloed.
Genesis 9:
Het verbond met Noach.
De regenboog als teken, doodstraf ingesteld.
Genesis 10:
Geslachtsregister van de zonen van Noach: Sem, Cham en Jafeth.
Genesis 12-25:
Geschiedenis van Abraham, met als belangrijkste gebeurtenissen: zijn roeping, het verbond met als teken de besnijdenis, geboorte, “offer” en huwelijk van Izaäk.
Genesis 25-35:
Geschiedenis van Izaäk en zijn zoon Jakob, met als belangrijkste gebeurtenissen: Het bedrog van Jacob, de droom te Bethel, Jacobs verblijf bij Laban, waar hij huwt met Lea en Rachel, zijn terugkeer en worsteling bij Pniël.
Genesis 36:
Geslachtsregister van Ezau, de broer van Jacob.
Genesis 37-50:
Geschiedenis van Jozef, met als belangrijkste gebeurtenissen: zijn dromen, wegvoering naar Egypte (Juda verlaat zijn broers), verblijf in de gevangenis, waar hij de overste van de schenkers ontmoet, de dromen van Farao, de verhoging van Jozef tot onderkoning, de komst van de broers om koren te kopen, Jozef maakt zich aan zijn broers bekend en laat het hele huis van zijn vader overkomen naar Egypte.
Het is belangrijk kennis te nemen van de oorsprong en de oergeschiedenis van het menselijk geslacht. We leren daaruit hoe het kwaad in de wereld gekomen is. Ook merken we op dat God de mensen niet in de steek laat, maar ze een Verlosser belooft. Het volk Israël was bestemd als volk waaruit die Verlosser geboren zou worden. Daarmee is de bijzondere positie van dat volk, de eeuwen door, bepaald.