Als Nederlanders hebben wij in het buitenland de naam zo direct te zijn in ons spreken met iemand. We winden er geen doekjes om. Recht voor zijn raap, noemen we dat dan. In Duitsland werd het vaak tegen me gezegd: ‘Jullie Hollanders zijn zo direct’. Maar ook in andere landen vindt men dat.
Ik hoorde eens een geval van een Nederlandse zuster die naar kennissen in Amerika ging. Ze kreeg daar kunde aan een zuster die voor liefhebberij schilderde. In het begin klikte het aardig tussen die twee, maar dat veranderde toen de Hollandse werd gevraagd de schilderijen van de Amerikaanse eens te bekijken. Dat gebeurde en de schilderes vroeg hoe haar bezoekster de schilderijen vond. Deze gaf als oordeel: ‘ Die en die vind ik wel mooi, maar dat schilderij vind ik maar matig’ (of woorden van gelijke strekking). de Amerikaanse zuster trok zich deze ‘directe’ beoordeling zo aan, dat het gedaan was met de vriendschap en er zelfs broeders aan te pas moesten komen om de twee weer een beetje met elkaar te verzoenen.
In dat directe taalgebruik zijn de Friezen ook heel sterk. Er is een Fries gezegde dat luidt: ‘De waarheid heeft een schel geluid’. Ze maken dat geluid soms nog wat scheller door de toon waarop men iets zegt.
Over het Bildt heb ik al een opmerking gemaakt. De bevolking daar is tamelijk ruig in de mond en een berucht voorbeeld daarvan was Andriesen de baas van een proefstation even buiten St. Annaparochie. Hij zei direct wat hem het eerst voor de mond kwam. Hij presteerde het volgende. Er was een nieuwe dominee benoemd die zijn aanstelling met een duidelijk ‘ja’ had aangenomen. Kort daarop was er een vergadering van de mannenvereniging.
Aan de dominee werd tijdens die bijeenkomst gevraagd of hij wel voorzitter van die vereniging wilde worden. De predikant gaf niet direct antwoord, maar antwoordde toen met een wat langgerekt: ‘jaa’. Hij deed dat kennelijk uit bescheidenheid, maar Andriesen stond op en zei: ‘Dat ‘ja’ klinkt heel wat mindere enthousiast als bij de bevestiging van dominee, maar toen had het ook met geld te doen’.
Hoe en -of- de predikant hierop gereageerd heeft, weet ik niet. Maar hij kon al wel bevroeden wat voor pappenheimer hij onder de kerkleden telde.
Over deze Andriesen ben ik nog niet uitverteld want er zijn nog een aantal smeuïge verhalen over hem te vertellen.