Er zijn mensen, die menen dat we in deze tijd van technische en wetenschappelijke vooruitgang niets meer behoeven te geloven, maar dat we alles gewoon weten.
Dat is evenwel een misvatting. We worden via krant, radio enz. overspoeld met informaties aangaande allerlei gegevens.
Niemand is echter in staat al deze gegevens voor zichzelf na te trekken. We moeten maar in goed geloof aannemen dat de diverse waarnemingen juist verricht zijn en dat de berichten erover waarheidsgetrouw zijn. Daar komt dan nog bij, dat veel van wat we als feiten krijgen voorgeschoteld, in feite de interpretatie van (uitleg van, mening over) bepaalde feiten is. Geloven heeft dus heus nog niet afgedaan en je doet het beslist niet alleen “in de kerk”.
Het laatste geldt ook voor geloven in godsdienstige zin. Dat doe je ook niet alleen “in de kerk”. Zelfs al wil men van godsdienst niets weten, zo is men voor zijn levensovertuiging toch afhankelijk van het geloof. De atheïst heeft net zo goed een geloof als de christen, de moslim of de hindoe.
Ook in godsdienstig opzicht heeft geloven beslist niet afgedaan. Hoogstens kun je je afvragen of een bepaald geloof niet heeft afgedaan. Zo zijn er die mensen, dat het christelijk geloof zijn tijd gehad heeft en een plaatsje in de kamferkist of bij de motteballen verdient.
Nu is het niets nieuws dat het christendom belaagd wordt, want dat is het altijd al geweest. Op dit moment werken echter allerlei krachten het christendom tegen. De moderne, verlichte mens acht het christelijk geloof ouderwets, of hij past het zo aan eigen mening en gevoelen aan, dat de kern ervan verloren gaat. Allerlei sekten tasten door de verbreiding van dwaalleer de fundamenten van het christendom aan. Oosterse godsdiensten rukken op en maken heel wat bekeerlingen in “christelijke landen”.
De meeste schade wordt echter berokkend door het dikwijls onchristelijke gedrag van christenen.
En ondanks dat alles blijven we het christelijk geloof verkondigen als het geloof voor nu. We hoeven het gelukkig niet te verdedigen of als waar te bewijzen of iets dergelijks. Christus heeft niet gezegd: ‘Jullie moeten mijn advocaten zijn’, maar: ‘Jullie zullen mijn getuigen zijn’. Welnu, wij getuigen:
– dat er is: God de Schepper van hemel en aarde, die heilig en waarachtig is en die het kwaad niet door de vingers kan zien.
Hij is de eeuwen door niet veranderd.
– dat de mens een zondaar is, die God de rug heeft toegekeerd en met Gods wensen niet of nauwelijks rekening houdt.
Deze mens is de eeuwen door niet verbeterd.
– dat God, om de verloren en schuldige mens te redden, Zijn Zoon Jezus Christus gezonden heeft om Hem te doen sterven op het kruis, waar Hij de straf voor ons kwaad wilde ondergaan.
En deze boodschap is nog steeds niet verouderd.
Nog altijd klinkt er de boodschap: “Geloof in de Here Jezus en u zult behouden worden”.
En allen die aan die oproep gehoor hebben gegeven, hebben de kracht van dat geloof ervaren. Rust en vrede daalde in hun hart, met woord en daad willen ze van Christus getuigen en het eeuwig leven in Gods heerlijkheid hebben ze in het verschiet.
Het christelijk geloof is nog steeds het geloof voor nu!