Dat de zesenzestig boeken van de Bijbel een harmonieus geheel vormen, blijkt o.a. als we nagaan wat de hoofdinhoud, het doel en de werking van de Bijbel is.
Wat de inhoud betreft hebben we het getuigenis van Jezus Christus zelf. Hij heeft eens tegen de Joden van Zijn tijd gezegd:
“Jullie onderzoeken de Schriften, want je meent daarin eeuwig leven te hebben, en die zijn het, die van Mij getuigen” (Joh. 5:39). Met de term Schriften doelde de Heer natuurlijk alleen op het Oude Testament (het eerste deel van de Bijbel), want het Nieuwe Testament (het tweede deel) moest toen nog geschreven worden. Die Schriften – en dat geldt ook voor het Nieuwe Testament – zijn maar niet een verzameling leerrijke en interessante boeken, waarvan elk min of meer op zichzelf zou staan, nee, het gaat de schrijvers uiteindelijk om één Persoon, om Jezus Christus, de Heiland der wereld.
Het Oude Testament kondigt Hem aan en het Nieuwe Testament vertelt over Zijn geboorte, Zijn leven, sterven, opstanding en Hemelvaart, terwijl ook uitvoerig gesproken wordt over Zijn wederkomst.
Het doel van de Schriften wordt in de Bijbel zo omschreven:
“Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat we in de weg van de volharding en van de vertroosting van de Schriften de hoop zouden vasthouden” (Rom. 15:4). Het doel van de Schriften is dus, dat we de hoop zullen vasthouden. In een wereld die sinds de zondeval verduisterd is en waar de mens leeft zonder hoop en zonder God (Efeze 2:12b), wil God hoop geven. De Bijbel is het boek van de hoop. Het is geen “doemdenkerig” boek, maar een boek met een geweldig perspectief, het eindigt immers met de vermelding van de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde. Dan zal er geen honger, geen oorlog, geen dood of iets van dien aard zijn. Die hoop is er voor ieder, die in Jezus Christus gelooft.
Over de werking van de Bijbel heeft Paulus het volgende aan Timotheüs geschreven:
“Je kent van kindsbeen af de heilige schriften, die je wijs kunnen maken tot zaligheid door het geloof in Christus Jezus” (2 Tim. 3:15).
In feite vinden we hier de vorige twee zaken terug. De Schriften getuigen van Jezus Christus en ze spreken over de redding, die er is voor ieder die in Hem gelooft. Als we de Bijbel lezen of luisteren naar de boodschap van de Bijbel, dan wil God ons de ogen openen voor onze verloren toestand als zondaars. Hij wil ons overtuigen van onze schuld. Maar Hij wil ons ook wijzen op het feit, dat Hij Zijn Zoon Jezus Christus voor ons heeft overgegeven in de dood aan het kruis, opdat wij voor eeuwig behouden zouden worden. Door de Bijbel wil God dat werken. Hoe belangrijk is het dus om de Bijbel te lezen. Zelfs al begrijpt u er in het begin nog niet veel van: lees en blijf lezen. En vraag God om u de ogen te openen. Dan zullen de Schriften u wijs maken tot zaligheid.