We stonden in een vorig artikel stil bij de teksten die spreken over de inspiratie van het Oude Testament. Aan de hand van 2 Petr. 3:16 en 2 Tim. 3:15 en 16 hebben we het ook al even gehad over de inspiratie van de geschriften van het Nieuwe Testament. We gaan daar nog wat nader op in.
Daarbij denk ik aan een paar opmerkelijke uitspraken uit de mond van de Here Jezus zelf.
Toen de tijd naderde dat Hij zijn leven zou geven als een losprijs voor verloren mensen, beloofde Hij zijn volgelingen dat Hij hen de Heilige Geest zou zenden van de hemel. Met Pinksteren wordt in de Christenheid aan de vervulling van deze belofte gedacht. De Heer belooft niet alleen de Heilige Geest te zenden, maar Hij vertelt zijn volgelingen, die apostelen genoemd worden, ook wat die Geest zou doen. We kunnen dit onderwijs van de Heer in vier punten samenvatten. Hij zei dat de Geest:
– hen zou leren en hen te binnen brengen zou, alles wat Hij hen gezegd had (Joh. 14:26). De neerslag daarvan hebben we in de vier evangeliën, dat zijn de eerste vier boeken van het Nieuwe Testament.
– van Hem zou getuigen en dat ook zijn volgelingen getuigen zouden (Joh. 15:26).
Het verslag van dit getuigenis hebben we in het boek de Handelingen. We lezen daarin hoe er eerst getuigd werd te Jeruzalem, daarna in Judea, Samaria enz. tot in Rome, de wereldstad, toe. En sindsdien is dat getuigenis steeds doorgegaan.
– hen de weg zou wijzen tot de volle waarheid (Joh. 16:3a).
De neerslag van dit onderwijs van de Geest hebben we in de brieven van de apostelen, die op het boek de handelingen volgen.
– hen de toekomst zou verkondigen (Joh. 16:3b).
Deze toekomst vinden we beschreven in verschillende gedeelten in de brieven, maar bovenal in het laatste bijbelboek “de Openbaring”.
Het is geweldig belangrijk dit te zien. Ook het Nieuwe Testament is door Gods Geest geïnspireerd! Een volgende keer hopen we na te gaan hoe de inspiratie door de apostel Paulus nader beschreven wordt.