“Mijnheer, ik geloof niet in een God die zo’n slecht product heeft afgeleverd”, zei iemand eens tegen mij.”Pardon, God heeft geen slecht product afgeleverd, maar een goed product. In de bijbel staat dat God aan het eind van zijn scheppingswerk kon zeggen dat alles heel goed was. Maar de mens is in opstand tegen God gekomen en daarmee is alle ellende in de wereld gekomen”.
De man was niet tevreden met dat antwoord en zei: “Wat is dat dan voor een God, die mensen zo schept dat ze vallen kunnen”.
“Mijnheer, God heeft de mens geschapen naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis en dat houdt in dat de mens Gods vertegenwoordiger werd op aarde Hij kreeg een zelfstandige positie, waarin hij kon en moest gehoorzamen, want hij was een schepsel en niet God, en dat zou leven, geluk en blijdschap betekenen. Hij kon ook ongehoorzaam zijn en dat hield dood, oordeel en verdriet in. Kijk, God heeft de mens niet geschapen als een wasautomaat; schakelaar op kookwas, knop indrukken en hij draait zijn programma! God wilde niet automatisch of gedwongen gediend worden”.
“Ik vind het toch maar een vreemde zaak”, wierp onze vriend tegen.
“Mijnheer, ik zeg niet dat ik het allemaal begrijp. Per slot van rekening zou ik dan God zelf moeten zijn. Ik hoef echter niet alles te begrijpen. Een ding weet ik, dat God de opstandige en daardoor gevallen mens niet aan zijn lot heeft overgelaten. Hij heeft zijn Zoon naar deze aarde gezonden en ik mag weten dat Hij voor mij voor mij stierf aan Golgotha’s kruis.
En door het geloof in Hem ben ik behouden.
En die redding is er ook voor u”.