790 Geloof oefenen of geloven?

Enige tijd geleden kreeg ik een nummer van Genadeklanken teruggestuurd waarop allerlei veranderingen waren aangebracht en in de marge verschillende opmerkingen waren geplaatst. De afzender was het kennelijk niet met de inhoud eens. Een dergelijk negatieve reactie heeft echter toch een paar pluspunten. Ten eerste blijkt eruit, dat de persoon die het blad terugzond het in ieder geval gelezen had en het niet achteloos in de prullenbak had gedeponeerd. In de tweede plaats levert een zodanig reactie heel vaak stof voor een nieuw artikel.

Dat laatste is ook nu het geval. Eén van de veranderingen betrof namelijk de uitdrukking “In Christus geloven”. Daar was van gemaakt: “In Christus geloof oefenen”. In een kort stukje was deze verandering tweemaal aangebracht. Een argeloze lezer zal zich misschien afvragen wat er nou wel voor verschil zit tussen “geloven” en “geloof oefenen”. Het komt immers op hetzelfde neer. Voor de man of vrouw, die mij dat nummer terugstuurde maakt het echter terdege verschil, anders had hij of zij die verandering niet aangebracht en zich ook nog de moeite getroost om het blad terug te sturen.

Er zit dus heel duidelijk een bepaalde gedachte achter en vrijwel zeker, dat de betreffende persoon het woord “geloven” te weinig “prestatiegeladen” vond. Alleen maar geloven…….. dat kan niet, je moet geloof OEFENEN. Door deze verandering krijgt “geloven” het karakter van een prestatie van hem die gelooft. Oefenen vereist immers inspanning.

Vooral in het Johannesevangelie komen we het woord geloven regelmatig tegen en in de meeste gevallen is daar het woord “pisteuo” gebruikt. Alle bekende vertalingen geven dit woord weer ofwel met “geloven” of “vertrouwen”, “zich op iemand verlaten”. Bij “geloven” of “vertrouwen”, “zich op iemand verlaten” past de idee van een bepaalde prestatie helemaal niet.

Dit stemt ook overeen met de bijbelse leer, dat de redding van een zondaar niet berust op werken, maar zuiver een kwestie is van Gods genade. Zo zegt Paulus van Abraham, de vader van de gelovigen dat hij niet UIT WERKEN gerechtvaardigd is, maar op grond van het GELOOF (Romeinen 4:1-6 en Galaten 2:16-21). Ook in andere schriftplaatsen zoals Efeze 2:8, om niet meer plaatsen te noemen, stelt Paulus geloven tegenover werken. Deze tekst luidt namelijk:”want door genade bent u behouden door het geloof, en niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken opdat niemand roeme”.

Het is van belang hierbij op te merken dat de genade van God niet hierin bestaat, dat Hij de weg daartoe geopend heeft dat wij op grond van onze prestaties gered zouden worden. Nee, Gods genade bestaat hierin, dat Hij verloren mensen redt op grond van hun geloof, zonder enige verdienste van hun kant.

Maar hoe zit het dan met Jakobus 2:14-26? Daar staat toch dat Abraham uit werken is gerechtvaardigd? Als dat er zonder meer zou staan zou de bijbel met zichzelf in strijd zijn. Jakobus is echter niet met Paulus in strijd. Hij brengt naar voren, dat een oprecht geloof zal blijken uit werken. Niet de werken op zichzelf maken ons zalig, het geloof doet dat. De werken tonen echter dat iemand het zaligmakend en niet een dood geloof heeft.

Je kunt het zo weergeven:

Paulus leert dat de mens niet behouden wordt op grond van werken, maar op grond van geloof. Jakobus leert dat geloof blijkt uit werken. Trouwens ook Paulus heeft het over de werken, want in Efeze 2:9 zegt hij van hen die behouden worden, dat ze Gods maaksel zijn in Christus Jezus geschapen OM GOEDE WERKEN te doen, die God tevoren bereid heeft opdat wij daarin zouden wandelen”.

Christenen verrichten dus geen goede werken om daardoor behouden te worden, nee ze verrichten goede werken omdat ze behouden zijn en deze werken een uitvloeisel zijn van het nieuwe leven dat ze door wedergeboorte hebben verkregen.

Het is dus alles PURE GENADE. En daardoor is alle roem voor de mens uitgesloten!

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies