Zoals gezegd zou ik nog even terugkomen op de taalperikelen van meneer Maat. Het voorval vond later plaats, namelijk toen we de nieuwe school in gebruik genomen hadden. Tot aan die tijd zaten we in een rij van drie houten noodlokalen en een lokaal dat tot de lagere school behoorde. Alles heel erg primitief!
Nu was er een complex neergezet met twee verdiepingen: de lagere school had de benedenverdieping in gebruik en de mulo de bovenverdieping. Om de beurt hadden de beide scholen speelkwartier. Uiteraard moest er met elkaar rekening gehouden worden wat het lawaai betreft. O.a daarom werd er een pleinwacht opgesteld die een oogje in het zeil moest houden en moest voorkomen dat de jongelui onnodig naar binnen gingen en de trap naar de bovenverdieping opkletterden.
Een keer had meneer Maat pleinwacht en tijdens die wacht kwam er een leerling bij de deur die naar binnen wilde. Meneer Maat hield hem tegen en vroeg wat hij binnen moest doen. De knaap antwoorde: ‘Ik moat piskje, master’.
Meneer Maat die in omgangsvormen heel correct was, liet hem wel gaan, maar liep gehaast naar boven en kwam de koffiekamer binnen waar we gezellig aan de koffie zaten. Hij schoot meteen op meneer van Houten af, vertelde wat de jongen tegen hem gezegd had en vroeg: ‘ Meneer van Houten is dat nu normaal Fries om je zo uit te drukken’. Van Houten knikte even en zei dat men zich inderdaad in het Fries zo kon uitdrukken. ‘Zou hij dat woord thuis ook zo gebruiken?’ vroeg meneer Maat daarop. Van Houten zei op zijn bedachtzame manier: ‘Dat denk ik wel’. Hij vervolgde echter met iets van een glimlach: ‘Het kan natuurlijk zijn dat hij dit woord in dit geval met veel nadruk gezegd heeft’.
Ons schoolhoofd schudde verbaasd zijn hoofd. Zijn achting voor het Fries had een behoorlijke deuk gekregen.
Daarop zei een van de leraren die van geboorte een Fries was: ‘Dit is nu de reden waarom reden ik geen Fries spreek. Die opmerking schoot meester Van Houten echter in het verkeerde keelgat en hij merkte geprikkeld zoiets op als : ‘Het Fries wordt het meest naar beneden gehaald door hen die Friezen zijn en hun moedertaal verloochend hebben’. Er dreigde een niet zo verkwikkelijke discussie tussen die twee onderwijzers te ontstaan, maar het was tijd om naar de lokalen te gaan, waar de jeugd al weer naar binnenstroomde.