85 Ulbe van Houten – wie is een dichter?

Er is bij mij een springader van eigenaardigheden ontsprongen, zie het slot van dit nummer.

In het begin van mijn verblijf in Friesland heb ik een toespraak van Ulbe van Houten meegemaakt die een illustratie was van zijn geestige manier van spreken. Hij sprak voor een gezelschap van mannen en vrouwen in een van de dorpen in het Bildt. Hij had het over de dichtkunst en als ik me goed herinner gaf hij daarbij aan dat je om een dichter te zijn niet hele coupletten met op elkaar rijmende woorden behoefde op te stellen. Volgens hem was iemand ook al een dichter als hij bepaalde begrippen met een beeldende uitdrukking wist weer te geven.

Hij gaf daarvan het volgende voorbeeld: Een man was getrouwd met een vrij wat oudere vrouw. Toen ze overleden was, trouwde hij na verloop van tijd met een vrouw die aardig wat jonger was dan hijzelf. Toen was er iemand die daar even over nadacht en die voor deze persoon de naam bedacht ‘de vriend van oud en jong’. Dat is ook de titel van een of ander christelijk tijdschrift dat destijds nog in omloop was. De naam die de man bedacht was op zichzelf dus helemaal niet nieuw, maar het feit dat hij deze bestaande naam op de persoon toepaste die na met een oudere vrouw getrouwd te zijn geweest na haar dood nu een jongere levensgezellin verkoor, was volgens Van Houten een vorm van dichterlijk spreken. Volgens zijn zeggen is de bijnaam voor de betreffende persoon een tijd in zwang geweest.

Verder haalde hij aan dat als een jongeman verliefd wordt het bij velen wil gebeuren dat er een dichtader ontspringt en dat hij zijn geliefde in beeldende taal bezingt. Nu was ik in die tijd nog ongetrouwd en Van Houten veroorloofde zich een grapje op mijn persoon, waarvan hij wel wist dat ik hem dat niet kwalijk zou nemen. Hij zei namelijk: ‘waarschijnlijk is het dichterschap ook nog voor Fijnvandraat weggelegd.’. Nu weet ik me niet te herinneren dat ik Gré ooit bezongen heb, maar onze brieven kenden wel dichterlijke taal, dat wel! Hoewel die in de verste verte niet tot die van het Hooglied reikte (afgezien van de inspiratie van dat geschrift).

Daar we wegens de ziekte van Gré drie jaar verloofd zijn geweest hebben we heel wat brieven geschreven, wel twee schoenendozen vol en dat alleen gevuld met de brieven zonder de enveloppen! Een paar jaar geleden pas hebben we ze allemaal vernietigd. Dat niet alleen omdat ze geen literatuurprijs waard waren maar omdat onze beeldrijke taal te persoonlijk was om als entertainment voor ons nageslacht te laten dienen.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies