Antwoord op reacties van lezers
J.A.B. te W. stelt de volgende vraag: ‘Aan welke voorwaarde, wat je gedrag betreft, moet een mens voldoen om in de toekomst absoluut zeker deel te krijgen in Gods koninkrijk?’
Jezus Christus heeft in een nachtelijk gesprek met een Joodse leraar de volgende voorwaarde genoemd: ‘Tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien’, (Johannes 3 vers 3). Deze uitspraak houdt in dat wij mensen, zoals we afstammen van onze ouders en voorouders, totaal ongeschikt zijn om aan dat Koninkrijk deel te krijgen.
Op de vraag hoe iemand opnieuw geboren kan worden, geeft Jezus aan deze Joodse leraar als antwoord dat die wedergeboorte moet plaatsvinden uit water en Geest (zie vers 5). Met water wordt hier gedoeld op het Woord van God (zie o.a. 1 Petrus 1 vers 23 en vergelijk dit met Johannes 15 vers 3 en Efeziërs 5 vers 26). Gods Geest moet door de boodschap van de Bijbel aan ons hart werken en daar een totale omkeer bewerken.
Wat is die boodschap van de Bijbel dan? Wel:
Ten eerste dat we zondaars zijn, die het oordeel van God verdiend hebben (zie o.a. Romeinen 3 vers 23 en 24).
Ten tweede, dat Jezus Christus, de Zoon van God, van de hemel naar deze aarde is gekomen om voor zulke zondaars als wij zijn, te sterven op het kruis van Golgotha (zie o.a. 1 Timoteüs 1 vers 15 en 16). Daar heeft Hij het oordeel van God over onze zonden willen dragen.
Ten derde zegt de Bijbel, dat ieder die zich met berouw van zonden tot God bekeert en gelooft in Jezus Christus niet in het oordeel komt, maar het eeuwige leven heeft (zie o.a. Johannes 5 vers 24). Als de cipier te Filippi, die zelfmoord wilde plegen, aan de apostelen Paulus en Silas vraagt wat hij moet doen om behouden te worden, is het antwoord heel simpel: ‘Stel uw vertrouwen op (of: geloof in) de Here Jezus, en u zult behouden worden, u en uw huis’.
In alle bovengenoemde teksten gaat het niet om ons gedrag of om onze daden, maar om iets dat innerlijk plaatsvindt. Door daden of werken krijg je geen deel aan het Koninkrijk van God, daardoor word je niet gerechtvaardigd of vrijgesproken van het oordeel. De apostel Paulus zegt het zo: “Degene echter, die niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid”. (Romeinen 4 vers 5).
Komen er dan geen werken aan te pas? Jawel, dezelfde Paulus schrijft namelijk in Efeze 2: “Want door genade bent u behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme. Want Zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat we daarin zouden wandelen”. (zie vers 8, 9, 10).
De voorwaarde is dus niet: goede werken doen, maar: je bekeren en geloven in de Here Jezus. Als je dat gedaan hebt, kun je zeker weten behouden te zijn, omdat de Bijbel dat zegt (zie Johannes 1 vers 12 en 1 Johannes 5 vers 13). Maar als je echt bekeerd bent, dan zal dat in je gedrag merkbaar zijn, je leeft dan niet meer voor jezelf, maar voor Jezus Christus.