Nederland staat bekend als het land van de molens. Hoewel er in de loop van de tijd heel wat verdwenen zijn, is er toch nog een respectabel aantal over. We onderscheiden daarbij water- en windmolens. Men gebruikte ze voor diverse doeleinden. Zo kennen we bijvoorbeeld houtzaagmolens en korenmolens. Wat de windmolens betreft bestaat er ook een molentaal. De molenaar kan door de stand en de aankleding van de wieken bepaalde bijzondere gebeurtenissen zoals geboorte, huwelijk en sterfgeval aangeven. De titel van dit artikeltje ziet echter niet op deze taal, maar op een gezegde uit de volksmond. Ik doel dan niet op een uitspraak als: “Hij loopt met molentjes”, of “Hij heeft een klap van de molen gehad”, maar op een gezegde, dat specifiek betrekking heeft op korenmolens. Het luidt: “Gods molens malen langzaam, maar zeker”.
Op een afstand gezien lijken de wieken van een molen vrij langzaam te draaien; als je echter dichterbij komt, dan blijken ze zelfs bij matige wind vrij snel rond te zoeven. Het gezegde slaat dan ook niet op de beweging van de wieken, maar op die van de molenstenen. De beweging van de wieken wordt namelijk overgebracht op de as waaraan ze bevestigd zijn en die as brengt de bovenste van de twee molenstenen in beweging. Tussen deze beide stenen wordt het koren vermalen tot meel, dat in een zak wordt opgevangen. Een boer moet nogal een tijdje wachten voordat zijn portie koren vermalen is en dat heeft de mensen de bovengenoemde spreuk in de mond gegeven, waarbij Gods handelen in deze wereld met het malen van de molen werd vergeleken.
We zien de waarheid van dat gezegde, als we letten op het handelen van God zoals de Bijbel ons dat meedeelt. Nadat de mens zich door zijn ongehoorzaamheid aan God in het ongeluk had gestort, heeft God aangekondigd dat er een Verlosser zou komen. Het duurde echter veertig eeuwen voordat die Verlosser, Jezus Christus, te midden van het volk Israël werd geboren. Maar God heeft in de loop van die veertig eeuwen steeds de belofte herhaald en gepreciseerd. Ook heeft Hij alle omstandigheden, waaronder de Verlosser geboren moest worden, voorbereid. Zo werd Christus in de “volheid des tijds” (Gelaten 4 vers 4) van de hemel gezonden en geboren uit Maria, de vrouw van Jozef de timmerman van ‘Nazareth’. Deze Jezus Christus heeft het verlossingswerk voor ons zondaren volbracht door het oordeel van God over de zonde te dragen op Golgotha’s kruis. Sinds die tijd wordt het evangelie of wel de heilsboodschap verkondigd, die inhoudt, dat ieder die zijn verkeerde daden voor God erkent en in Christus gelooft, vergeving ontvangt.
God heeft beloofd, dat Jezus Christus eenmaal zal terugkomen om zijn koninkrijk van geluk en vrede, van recht en gerechtigheid op te richten. Ondertussen zijn er echter ook al weer bijna twintig eeuwen verlopen en lijkt het wel of er niets gebeurt. Gods molens malen echter langzaam, maar zeker. Alles wordt voor de terugkeer van Jezus Christus voorbereid. Voor die terugkeer moet het wereldtoneel ‘aangekleed’ zijn. De terugkeer van de Joden naar het land Israël is een facet van die voorbereiding, want dat volk zal een bijzondere rol spelen in verband met het op te richten Koninkrijk. De ontwikkeling in het Midden-Oosten evenals die in Europa en de Christenheid getuigen van het gestage, voorbereidende werk van God.
Alle christenen kunnen we dan ook toeroepen: “Houdt moed, het heil komt. Christus komt terug. Het duurt wel lang naar onze begrippen, maar het zal gebeuren. Vast en zeker!”
Er is echter ook een keerzijde aan de medaille en die is dat straks de genadetijd voorbij is. Als Christus verschijnt om zijn koninkrijk op te richten zal Hij allen oordelen, die niet in Hem hebben geloofd en niet voor Hem hebben geleefd.
Het mag lijken of God de mensen maar hun gang laat gaan zonder notitie te nemen van het openlijk onrecht én de heimelijke zonden, die de mensen bedrijven. Zo is het echter niet, ook wat dat betreft werken Gods molens langzaam maar zeker.
Allen, die Christus nog niet als hun Here hebben aanvaard, roepen we dan ook toe: “Laat u met God verzoenen, voordat het te laat is. Belijdt het verkeerde in uw leven aan God en neem Jezus Christus aan als Heiland en Here. Volg Hem en dan zult ook u ingaan in Zijn heerlijk en eeuwig Koninkrijk”.