Toen Jezus Christus optrad onder Zijn volksgenoten, verzamelde Hij een aantal volgelingen om Zich heen. Dat waren mensen die in Hem geloofden als de Verlosser, die God in de oude geschriften van Israël had aangekondigd. Onder hen bevond zich onder andere Filippus uit het stadje Bethsaïda. Hij had een ontmoeting met Jezus gehad en dat betekende een omkeer in zijn leven.
Net als Andreas, die al eerder tot geloof in Jezus Christus was gekomen, kon Filippus niet zwijgen over de ervaring. Hij ontmoette een zekere Nathanaël en zei heel enthousiast: ‘We hebben Hem gevonden, van wie Mozes in de wet (de eerste vijf boeken van de Bijbel) geschreven heeft en de profeten, Jezus, de zoon van Jozef uit Nazareth.’
De reactie van Nathanaël was echter heel koeltjes: ‘Kan uit Nazareth iets goeds komen?’.
Nazareth stond kennelijk niet goed bekend en Nathanaël achtte het onmogelijk dat de verlosser uit dat stadje afkomstig zou zijn. Misschien speelde hem ook door het hoofd, dat de Messias (de toekomstige koning, die Israël zou verlossen) in Bethlehem geboren zou worden en dus ook uit Bethlehem moest komen. In ieder geval liep hij helemaal niet warm bij het horen van het getuigenis van Filippus.
Zo zijn er ook vandaag de dag genoeg mensen, die van vrienden of bekenden de boodschap over Jezus Christus horen, maar die er niet koud of heet van worden.
Filippus laat zich echter niet uit het veld slaan, hij zegt kort en bondig: ‘Kom en zie’.
Gelukkig laat Nathanaël zich door die woorden overhalen en de ontmoeting met Jezus wordt voor hem van beslissende betekenis. De Bijbel beschrijft dat zo:
‘Jezus zag Nathanaël tot Zich komen en zei van hem: Zie, waarlijk een Israëliet, in wie geen bedrog is! Nathanaël zei tot Hem: Van waar kent Gij mij? Jezus antwoordde en zei tot hem: Eer Filippus u riep, zag ik u onder de vijgenboom (zitten). Nathanaël antwoordde Hem: Rabbi, Gij zijt de Zoon van God, Gij zijt de Koning van Israël! Jezus antwoordde en zei tot hem: Omdat Ik tot u gezegd heb; Ik zag u onder de vijgenboom, gelooft gij? U zult grotere dingen zien, dan deze.’
We kunnen u niet letterlijk bij de Here Jezus brengen, want Hij is nu in de hemel. Toch kunnen wij bij wijze van spreken ook tegen u zeggen: ‘Kom en zie.’
Neem eens kennis van de Bijbel, ga eens mee naar de evangelieverkondiging, luister naar een uitzending over het evangelie, u kunt dan een ontmoeting met Jezus Christus hebben. En voor christenen geldt: als uw woorden geen effect hebben, laat Jezus Christus dan zien door uw daden. Woorden en daden horen trouwens altijd bij elkaar.