Ook die van het nieuwe jaar…
Bovenstaande spreuk heeft een tijdje gestaan op een bord langs een van onze snelwegen. De spreuk getuigt van een zekere spitsvondigheid. Aan wat voor smoezen zou de opsteller ervan gedacht hebben?
Zo een als: ‘Agent, ik kreeg een bericht dat mijn grootmoeder ziek geworden was en je weet het maar nooit met zulke oude mensen. Daarom heb ik de sokken er maar ingezet’. Of deze: ‘Inderdaad, ik reed te hard, maar mijn achterlichten doen het niet zo best. Dus, dacht ik: gas op de plank, dan heb ik de minste kans dat er iemand bij me achterop knalt’.
Maar goed, dit is natuurlijk maar een aanloopje voor de rest van mijn artikel. Wist u namelijk dat er in de Bijbel een ‘geschiedenis met smoezen’ vermeld staat? Ik doel op een verhaal dat door de Jezus Christus is verteld. U vindt het in Lukas 14 vanaf vers 15. Vrij en verkort weergegeven loopt het als volgt: Een mijnheer stuurt een groot aantal mensen een uitnodiging voor een feestmaal. Er moet nogal wat geregeld worden, maar ze weten dus dat het er zat aan te komen. Als alles klaar is, zend de man een bediende om de mensen te zeggen dat ze konden komen.
De bediende kwomt echter terug zonder een enkele gast mee te brengen. Iedere genodigde blijkt een verontschuldiging te hebben om niet te komen. De een zegt: ‘Ik heb een stuk land gekocht en dat moet ik gaan bekijken’. Dikke smoes natuurlijk. Dat stuk land had hij toch moeten bekijken voor hij het kocht?! En een inspectie achteraf kon best een dag wachten. Een ander heeft dit bedacht: ‘Ik heb vijf span ossen gekocht en die moet ik uitproberen’. Wij zouden zeggen: ‘Ik heb een trekker aangeschaft’. Ook een smoes en dat om dezelfde reden. Nummer drie versiert het nog mooier. Hij zei: ‘Ik heb een vrouw getrouwd’. Hij had toch kunnen vragen of ze mee mocht komen? Trouwens, zit hij nu al onder de plak?
Het verhaal krijgt nog een interessant slot, maar dat moet u zelf maar nalezen in de Bijbel in Lukas 14. Jezus Christus vertelt dat verhaal met een bedoeling. De man die het feestmaal aanbiedt, stelt God voor. God wil contact met ons mensen. Hij nodigt ons uit in Hem te geloven en wil ons vergeving van onze verkeerde daden geven.
Daarvoor kwam Jezus Christus op aarde om voor onze verkeerde daden het oordeel op het kruis te ondergaan opdat we met God in het reine zouden kunnen komen. Deze blijde boodschap, de Bijbel noemt dat ‘het evangelie’, werd eerst aan de Joden gebracht, maar zij wezen het aanbod af. De een had deze verontschuldiging, de ander die, maar…allemaal smoezen!
Sindsdien wordt het evangelie aan de andere volken gebracht, nu al bijna tweeduizend jaar lang. Heel veel mensen hebben de boodschap aangenomen en dat heeft hen gelukkig gemaakt. Het evangelie heeft zelfs een goede invloed gehad op hele volken als zodanig. Helaas echter zijn er ook velen die de uitgestoken hand van God afwijzen. Misschien hebt u dat tot nu toe ook gedaan.? Misschien wel met deze smoes: ‘Ik ben er niet in opgevoed’. Nu, dat waren onze voorouders ook niet toen het evangelie in deze streken voor het eerst verkondigd werd. Als zij net zo geredeneerd hadden, offerden wij nu nog onder een Wodanseik om de goden tevreden te stellen.
Of u verschool zich achter de opmerking: ‘Maar die christenen leven er zelf vaak helemaal niet naar’. Daarop is van pas het woord van de Genestet: ‘De modder van eens anders mantel kan nimmer zeep zijn voor uw kleed’. Met de zonden van christenen kunt u uw zonden niet wegwassen. Helaas zijn er schijnchristenen, maar bedenk dat er geen vals geld zou zijn als er geen echt geld in omloop was.
Misschien hebt u voor het nieuwe jaar een stel nieuwe uitvluchten in petto om niet in God te geloven en het aanbod van vergeving van zonden af te wijzen. Wel, dan houd ik het bij de bovengenoemde spreuk langs de weg: ‘Alle smoezen zijn al verzonnen’. Ze helpen u niet, het komend jaar niet en straks helemaal niet als u voor God komt te staan. Gooi ze aan de kant, belijd uw schuld voor God en geloof in Jezus Christus. Neem de uitnodiging voor het feestmaal aan. U zult er in eeuwigheid geen spijt van hebben.