Reactie op een brief van een lezeres
Mevrouw L.B. uit A. schrijft ons dat ze aan een familielid wiens vrouw ongeneeslijk ziek was, destijds een groot geldbedrag heeft geleend. Het eind van het verhaal is echter dat het familielid is overleden en dat diens vrouw niets mankeert en dat mevrouw L.B. naar haar geld kan fluiten. En dat is haar aangedaan door mensen die ‘zeer gelovig’ waren. Zij schrijft dan: ‘ik heb wel eens gedacht: hoe is het mogelijk, als er een God bestaat, dat Hij hun geen opdracht heeft gegeven om alles keurig te regelen. Ik kan daar niet over uit en heb er veel moeite mee, vooral zoals u citeert uit de Bijbel in 1 Kor. 6:9 tot en met 11’.
Wij kunnen ons voorstellen, mevrouw, dat u hier grote moeite mee heeft. Natuurlijk was/is het naar de wil van God dat uw familie dit goed geregeld had en dat de betreffende mevrouw u het geld alsnog terugbetaalt. Maar deze gebeurtenis laat zien dat mensen zich wel gelovig kunnen voordoen, maar dat hun daden daar volledig mee in strijd kunnen zijn. Als ze in dat kwaad volharden en hun zonde niet belijden, is de grote vraag of ze wel werkelijk bekeerd zijn.
Dan is 1 Kor. 6:9 tot en met 11 een heel ernstig woord en mogen we ons wel zorgen maken over de vraag of ze wel behouden zijn. Hun werken getuigen daarvan in elk geval niet. Nu kunnen we heel terechte kritiek hebben op anderen, maar we moeten ons eerst altijd zelf in het licht van God plaatsen. En dan is voor ons de vraag of wij wel echt in God geloven en ons gedragen zoals Hij wil. Als we werkelijk gezien hebben dat Jezus Christus voor onze schuld op Golgotha wilde sterven en God ons onze zonden wilde vergeven dan moet ons dat bereid maken om ook anderen te willen vergeven hoeveel kwaad ze ons ook hebben aangedaan. Daadwerkelijk vergeven kunnen we natuurlijk pas als het kwaad beleden en goed gemaakt wordt. Maar de bereidheid om te vergeven moet al van te voren bij ons aanwezig zijn. Als we die gezindheid hebben, kunnen we ook boven alle bitterheid en teleurstelling uitstijgen, zodat we ons daardoor niet laten beheersen.
Van harte wensen we u dat toe!