Een tijdje terug zei een broeder in Leeuwarden die besefte dat hij nog al druk geweest was: ‘Als ik te druk ben, trek me dan maar aan mijn jasje’.
Terwijl hij dat zei, gingen mijn gedachten terug naar de tijd dat we nog in het oude lokaal samenkwamen. Het ging daar nogal knus toe en soms ook wel een beetje eigenaardig. Er was een broeder op bezoek en die was echt nogal erg druk. Zo stond hij ook landelijk bekend. Sommigen dachten – en dat w.s. niet ten onrechte – dat hij zich graag mocht horen.
In ieder geval dankte hij ‘voor brood en beker’ en keek hij daarna op zijn horloge om te zien of er nog tijd was om wat te zeggen. Soms deed men dat wel, maar in Leeuwarden waren er broeders die daar niet zo van gediend waren. Daar was de middagsamenkomst immers voor!
Maar goed onze broeder stond op en hield een toespraak. Die duurde nogal lang. Een van de oudere broeders legde vrij demonstratief zijn bijbel en liederenbundel op tafel, maar dat ‘sein’ was niet duidelijk genoeg want de spreker ging door met zijn toespraak.
Toen legde dezelfde broeder zijn horloge op tafel maar dat hielp ook niet.
Tenslotte greep die broeder zeer geïrriteerd de spreker bij zijn jasje en trok eraan. Ik herinner me niet precies meer of de eerste ruk voldoende was en of er nog een tweede volgde die zo krachtig was dat de spreekbroeder direct op zijn stoel plofte. Het kan ook zijn dat ik dat in mijn gedachten erbij gefantaseerd heb, maar laten we het dan maar bij één forse ruk houden. Over trek maar aan mijn jasje gesproken!