60 Allemaal water

Het volgende verhaal speelde zich af voordat ik in 1950 naar Friesland kwam, maar de broeder die het meemaakte en vertelde heb ik persoonlijk gekend.

Deze broeder woonde samen met zijn vader in het dorpje Heeg. Op een bepaald moment zou hij met zijn vader naar de conferentie in Alphen gaan. Vader en zoon werden gehuisvest bij een zuster die in tamelijk goede doen was. Ze bewoonde een groot huis en de voorzieningen waren prima. Voor het naar bed gaan wees ze haar gasten de slaapkamer en gaf ook aan waar de WC was en waar je het lichtknopje kon vinden.

In de nacht moest de zoon inaar de WC, hij ging er heen en vond het lichtknopje zoals hem dat ’s avonds getoond was. Het was allemaal totaal nieuw voor hem, want thuis hadden ze geen WC maar een ‘huuske’ waar onder een plank met een groot gat een ’ton’ stond zoals dat destijds gebruikelijk was. Ik heb van een dergelijk ‘huuske’ in de begin jaren vijftig in mijn kosthuis ook altijd gebruik gemaakt.

Onze broeder, die wat aan de simpele kant was, had zijn behoefte gedaan en zag naast zich een koord met een knop naar beneden hangen. Hij dacht dat die dezelfde funkie had als het beddekoord thuis waar je je aan op kon hijsen om makkelijk overeind te komen en uit bed te stappen. Hij vatte dus het koord beet en wilde zichzelf ophoog hijsen. Toen gebeurde wat u al kunt vermoeden, de WC werd doorgespoeld terwijl hij er nog op zat.

Toen hij dit verhaal later in Sneek in een kamer vol gasten vertelde zei hij in volle ernst: ‘It wie allegear wetter, it wie allegear wetter. ‘ (Het was allemaal water…). Hij beleefde het als het ware opnieuw! Het gezelschap dat meest uit jongelui bestond lag natuurlijk slap van het lachen en het ‘allegear wetter’ werd bij bepaalde gelegenheden nog wel eens herhaald.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies