In een vorige bericht vermeldde ik al dat in de zogenaamde ‘bouwhoek’ van Friesland veel aardappels worden geteeld. Dat geldt vooral voor Het Bildt. Je vindt daar grote aardappelloodsen en er is export naar het buitenland o.a. naar Frankrijk.
Voordat ik naar Friesland kwam lette ik er helemaal niet op wat voor aardappels ik at, maar toen ik in Friesland kwam werd dat anders en dat mede doordat we met de scholieren op ‘schoolreisje’ naar Nunspeet gingen. We deden dat op de fiets want het verblijf van enkele dagen in het vakantieverblijf ‘De Duiventil’ kostte al genoeg. Later ging men nota bene met schoolreizen naar het buitenland!
De ‘Duiventil’ was een goed onderdak en we vermaakten ons prima, maar de beheerder informeerde ook hoe we het vonden en of het eten naar het zin was. Maar dat laatste had hij beter niet kunnen vragen, want het oordeel van de knapen was onbarmhartig negatief. Ze vonden de aardappels eigenlijk niet om te eten.
Meester Van Houten vertelde daarop dat hij hetzelfde had meegemaakt in militaire dienst. Als de luitenant van de week kwam vragen hoe het ging met het eten had niemand negatief commentaar behalve het Friese peloton dat afgaf op de aardappelen. Volgens de luit was er met hen geen praten. Je kon het ze nooit naar het zin maken met de aardappels. Door dit commentaar proefde ik voortaan de aardappels wat nauwkeuriger en ontdekte ik wel het verschil.
In die jaren vroeg mijn schoonmoeder me eens haar een partij Friese kleiaardappelen te bezorgen. Wel, dat kon geregeld worden. Ik kocht een mud rode kleiaardappelen van de nieuwe oogst. Of het de toen bekende Roodstar was dat weet ik niet meer. Ik ben de naam vergeten. Ik zei erbij tegen schoonmama dat ze de aardappelen eerste en tijdje in de kelder moest laten staan en ze pas na een maand of twee moest gaan gebruiken.
In Friesland kochten wij eerst een paar mud Borgers en als die op waren begonnen we aan de Roodstar of een andere soort rode kleiaardappel.
Toen ik mijn schoonmoeder vertelde hoeveel de deze aardappelen kostten, schrok ze eerst wel want ze waren nogal wat prijziger dan de aardappels die ze in de winkel of van de groenteman kocht.
Maar toe ze aan de kleiaardappels begon zei ze na een tijdje tegen me: ‘We eten van deze aardappelen veel minder dan van die andere, ze zijn veel voedzamer’.Waarop ik opmerkte: ‘Moeder, alle waar is naar zijn geld’.
Ze was toen met de prijs wel verzoend.
Ik zou zeggen:’eet smakelijk en proef je aardappels eens goed!’