Het lijkt me wel goed toe iets te vertellen over de provincie Friesland en dat met het oog op hen die er eens de vakantie willen doorbrengen. Friesland is een veelzijdige provincie. Je vindt er de zee. Daarvoor moet je een oversteekje maken naar een van de eilanden Vlieland, Terschelling , Ameland of Schiermonnikoog. Er zijn vrij goede bootverbindingen die een dagtocht mogelijk maken. Naar het laatste eiland kun je vanuit Dokkum of Oostnahorn een tocht maken met de ‘Silverwind’ waarbij de ‘Engelsmanplaat’ meestal ook op het programma staat. Verder kun je de stranden o.a. bij Lemmer en Makkum bezoeken.
Dan is er het uitgebreide merengebied waarvan een deel in het vroegere veengebied ligt. Heel bekend is Eernewoude en omgeving. Je kunt er prachtig zeilen of met een kruisertje van plas tot plas varen door allerlei verbindingsvaarten. Toen ik een keer meegenomen werd door br. Miedema op zijn boot was dit een openbaring voor me. Ik snapte niet hoe hij er de weg wist te vinden. Later voer ik met mijn gezin op een gehuurde boot door dit gebied en kreeg ik het ‘plaatje’ wel in het hoofd, vooral toen ik met een eigen bootje het gebied doorkruiste. Je ontmoette dan geregeld broeders die met hun boot naar Friesland kwamen. We noemden elkaar ‘de bootjesbroeders’ en wisselden onze ervaringen uit of hielden een viswedstrijd (met br. en zr. Brouwer uit Meppel, nu Hoogezand).
Verder heb je in Friesland behoorlijke bosgebieden in het Zuidoosten van de provincie. Appelsga is dan een bekende naam. Uitgezette paaltjeswandelingen zijn er bij de vleet. Dat is ook het geval in de bossen rond Oranjewoud bij Heerenveen.
Nu noemen de Friezen een paar bomen die bij elkaar staan ook al zowat een bos of woud. Er is zelfs een gebied dat ‘de Wouden’ genoemd wordt terwijl er geen bos te zien is. Als je van Harlingen naar Groningen rijdt en dan van Leeuwarden af over de oude Groningerstraatweg dan heb je tussen Harlingen en Leeuwarden aan je linkerhand de ‘ Bouwhoek’. Dat is een landbouwgebied o.a. bekend om de teelt van aardappels en koolzaad , terwijl ook de teelt van gladiolen en tulpen in opkomst is. Een bekende enclave is daar het Bildt met zijn aparte taaltje.
Aan je rechterhand strekt zich de ‘Greidhoek’ uit. Greide duidt op grasland en daar vind je veeteelt. Naar rechts en naar links kun je kilometersver kijken. Ben je Leeuwarden gepasseerd dan kan dat niet meer want bomen benemen je het gezicht. Die bomen vormen geen bossen maar zijn boomwallen waarmee wei- en bouwlanden van elkaar gescheiden zijn. De naam wouden is daarmee een beetje verklaard. Er is ook een verschil tussen de bewoners van oost- en westfriesland, maar daarover een volgende keer