Op het bankje bij het casino. Hier volgt een anekdote over Spurgeon die een goede illustratie geeft van een bijbels beginsel. Bij het ouder worden, kreeg Spurgeon last van reumatiek. Om niet helemaal stram te worden, maakte onze prediker vaak een wandeling in de omgeving. Hij bezocht dan graag de oprit naar een casino dat bij hem in de buurt gelegen was.
De eigenaar van deze gokgelegenheid had prachtige bloemperken ter weerszijde van de lange oprijlaan laten aanleggen en Spurgeon mocht daar graag op een bankje gezeten in het zonnetje, van genieten. Op een keer kwam de eigenaar er langs en die bleef bij Spurgeon staan, terwijl hij opmerkte: ‘Ik vind het fijn, meneer Spurgeon, dat u hier zo vaak op de laan naar het casino zit.’
Spurgeon voelde een beetje onraad achter deze opmerking en antwoordde: ‘Maar u moet niet denken, dat ik in uw casino kom, ik ga niet verder dan tot hier!’. De man van het casino glimlachte wat en zei: ‘Dat is best, maar waar u stopt, stoppen uw luisteraars niet…’.
Spurgeon schrok en zo gauw gij hij kon stond hij op en liep weg. Voortaan zag hij af van zijn wandeling naar de bloemenpracht van het casino, want hij wilde in geen geval een struikelblok voor zijn broeders of zusters zijn, gedachtig aan Rm. 14:13-23).