Het boek De komende Christus van René Pache is een uitgave van Novapres te Laren, die ook de boeken van Hal Lindsey in Nederlandse vertaling het licht deed zien.
Onwillekeurig dringt zich een vergelijking tussen deze beide schrijvers op. Ik zou die dan zo willen formuleren: Pache is Lindsey met de puntjes op de i. Eerstgenoemde is voorzichtiger en gaat gedegener te werk dan de laatste. De soms gewaagde spekulaties van Lindsey vind je bij Pache niet. Daar staat tegenover dat Lindsey een vlottere stijl heeft.
Wat betreft de hoofdlijnen van hun uitleg, hebben beide schrijvers mijn sympathie; voor de detailverklaringen geef ik de voorkeur aan Pache. Zijn verklaring van de tekst: “Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan” acht ik bijvoorbeeld veel juister. En hij voert hen die in deze tijd het evangelie verwerpen niet op een dwaalspoor door de mogelijkheid van een tweede bekeringskans na de opname van de gemeente te suggeren. Lindsey komt op dit punt duidelijk in konflikt met 2 Thess. 2:10 en 11. Jammer dat Pache de tekst: “Dan zullen er twee op het veld zijn, één wordt weggenomen en één achtergelaten” op de wegneming van de gelovigen laat slaan. Het verband in Matth. 24 maakt immers duidelijk dat dit doelt op het wegnemen door het oordeel, zoals ook in de dagen van Noach gebeurde.
Na deze algemene beschouwing wil ik trachten u een indruk van de inhoud van dit interessante werk te geven.
De schrijver begint met het belang van de bijbelse profetie te beschrijven, waarbij hij als grote kenmerk aangeeft, dat het gaat om Jezus Christus in zijn lijden en in zijn verheerlijking. Aan de hand van de vele vervuld voorzeggingen toont hij aan, dat de profetie vraagt om een overwegend letterlijke verklaring. Bij het hoofdstuk over de wederkomst van Christus beschrijft hij heel duidelijk waarom de mens zo afwijzend staat tegenover he profetische getuigenis van de Schrift. Voor de ongelovigen ligt dat hieraan dat de Schrift hun ondergang aankondigt.
Vervolgens wijdt Pache een hoofdstuk aan de hoop van de gelovigen en geef hij daarna een overzicht van de zeven aspecten van het Koninkrijk Gods in de loop van de tijden. Ik zou hier liever van de zeven aspecten van de Gods regering gesproken hebben, aangezien de term Koninkrijk Gods in de Sclirif een beperkter zin heeft. Overigens tast dit het betoog van de schrijver niet noemenswaard aan. Deel 3 bevat een ernstige waarschuwing voor het berekenen van de tijd van Christus’ wederkomst, maar keert zich ook tegen het andere uiterste, namelijk dat we totaal niets van de naderende eindtijd zouden kunnen merken. In een interessant betoog voert Pache heel wat gegevens aan die als signalen van de eindtijd beschouwd moeten worden.
In deel 4 wordt uitvoerig het zo verwaarloosde leerstuk van de opname van de gemeente behandeld. Dat hierbij wel eens een bewijstekst aangehaald wordt die op de verschijning van de Heer met zijn gemeente slaat, is jammer, maar blijft genoeg over om dit deel warm ter overdenking aan te bevelen.
Graag had ik ook gezien dat Pache zich met wat meer stelligheid uitgelaten had over het “tijdstip” van de opname, namelijk dat deze vóór de grote verdrukking zal plaatsvinden. Voorzichtigheid is goed, maar die moet niet de indruk van onzekerheid wekken. Daarop schenkt de schrijver aandacht aan wat de wereld van de wederkomst van Christus te verwachten heeft.
Daarbij passeren de vier wereldrijken van Daniël de revue. Na voorgesteld te hebben wat de Schrift over Satan zegt, staat Pache uitvoerig stil bij de persoon van de antichrist. Hier doet zich het bekende vraagstuk voor wie nu de eigenlijke antichrist is: het eerste beest uit Openb 13, of het daar geschilderde tweede dier met de hoornen van een lam. Pacht kiest voor het eerste. Zowel voor de ene als voor de andere mening zijn echter argumenten aan te voeren. Naar mijn overtuiging zijn die voor de tweee opvatting sterker.
Na een verhandeling over de valse profeet volgt dan een beschouwing van het grote Babylon. De vergelijking van dit valse getuigenis, gezien als de grote hoer, met de gemeente, de bruid van het Lam, is erg sterk. De verklaring van Babylon, als de grote stad is om het zacht uit te druk en erg zwak. Hoofdstuk 7 van het vijfde hoofddeel draagt de titel “De grote verdrukking”. Hierin wordt de tijd beschouwd, die ligt tussen de opname van de gemeente en de verschijning van Christus met zijn heiligen. In deze periode zal er weer een getuigenis uit Israël op aarde gevonden worden zoals door Openb. 7 duidelijk wordt aangegeven. Dit hoofddeel wordt besloten met een bespreking van de slag bij Armageddon.
Het zesde deel is gewijd aan Israël. Een bijzonder belangrijk gedeelte waarin Pache het onhoudbare van de vergeestelijkingsmethode laat zien, waarbij men de Kerk de plaats van Israël laat innemen en alle onvervulde oudtestamentische profetieën vergeestelijkt. Vervolgens worden in deel 7 drie hoofdstukken gewijd aan de verschijning van de Heer. De betekenis van dit gebeuren komt daarin duidelijk naar voren.
Het achtste deel behandelt de aspekten van het duizendjarig rijk. Opgemerkt moet worden, dat Pache weinig weerleggend schrijft. Slechts bij het onderwerp Israël en hier in verband met het Millenium neemt hij de andere meningen op de korrel. Dat gebeurt echter op een uiterst sympathieke manier.
Het boek wordt besloten met een waarschuwing aan de ongelovigen om zich te bekeren en een opwekking, bedoeld voor de gelovigen, om waakzaam te zijn. Al met al een boek dat ik van harte aanbeveel en waarvaii ik hoop dat het velen de ogen zal openen voor de spoedige wederkomst van Jezus Christus die voor de gelovigen een inlossing zal betekenen van de belofte: “Ik kom weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij zijn moogt waar Ik ben”.
1) Ook leverbaar door Uitgeverij H. Medema, Apeldoorn. Prijs f 24,90.