Genesis 1:27
Vraag:
De uitdrukking ‘al wat God gemaakt had was zeer goed’ slaat toch alleen op de schepping van de mens?
Antwoord:
Zesmaal lezen we in Gen.1 de uitdrukking: ‘En God zag dat het goed was’. Die uitdrukking slaat dan op wat er op die dag gemaakt werd. De eerste keer staat het er zelfs zo: ‘God zag de het licht goed was’.
In geen van deze gevallen staat er het woordje ‘al’ of ‘alles’ bij. De uitdrukking waarin dat wel voorkomt vinden we na de schepping van de mens, maar de uitspraak zelf slaat op alles wat de Heer gemaakt had. Het woordje ‘al’ of ‘alles’ kan onmogelijk alleen op de ene daad van schepping van de mens slaan. Bovendien moeten we bedenken dat deze uitdrukking niet ergens in het midden van het scheppingswerk geplaatst is, maar aan het eind van al Gods scheppingsdaden.