Vraag:
(a) Hier staat dat de slang sprak alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was. Was het gewoon dat dieren in die tijd konden spreken,
(b) Wisten Adam en Eva dat ze via de slang met een hogere macht te maken hadden?
Antwoord:
(a) De bijbelse mededelingen in het eerste deel van het boek Genesis worden erg beknopt weer gegeven. Er wordt lang niet alles verteld. Om een voorbeeld te noemen: uit Gn. 4 krijg je de indruk dat Adam en Eva maar twee kinderen hadden, maar Gn. 5 laat zien, dat ze zonen en dochters verwekt hebben. Van de geboorte van die dochters lees je echter niets. Zo is het ook in Gn. 3. Hoe Eva op het spreken van het dier, de slang gereageerd heeft weten we niet. Het kan zijn dat de eerste mens meer met bovennatuurlijke zaken vertrouwd was dan wij dat nu zijn. Er staat immers dat God met hen sprak, maar hoe dat gebeurde, staat er niet bij. Ze waren dus in ieder geval vertrouwd met een stemgeluid van iemand die ze niet zagen.
van Bileam lezen we ook niet dat hij van verbazing omviel toen dat dier begon te spreken (Nm. 22: 28).
Toch moeten we aannemen dat dieren niet zo maar praten, maar dat in zulke gevallen een hogere macht het dier als spreekbuis gebruikt (zie nogmaals Nm. 22: 28).
Bij de slang is dat de satan en die twee worden zo met elkaar geïdentificeerd dat de satan later ‘de oude slang’ genoemd wordt (Op. 20: 2)
(b) Op deze vraag is geen definitief antwoord te geven, maar het is haast ondenkbaar dat ze niet
aan een hogere macht achter de slang gedacht zouden hebben.