Betreft: Gn. 9: 3
Vraag:
‘Alles wat zich roert, wat leeft zal u tot spijze zijn’. Roeren betekent ‘zich bewegen’. Nu dat doet een tak en een blad ook, al beweegt het zich niet voort. Waaruit volgt dan dat het hier om dieren gaat?
Antwoord:
In vers 2 wordt de heerschappij van de mens over de dieren (zie 1: 28) nog eens bevestigd. En in verband daarmee ofwel direct daarop wordt gesproken over ‘alles dat zich roert’. Het is dus aannemelijk dat vers 3 terugslaat op vers 2. Dit is dus een eerste aanwijzing dat het hier om de dieren gaat.
De tweede aanwijzing is daarin gelegen dat het gaat om ‘wat zich roert’. Een tak of een blad worden bewogen, maar roeren zich niet.
In de derde plaats vervolgt vers 3 met: ‘Ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid..
Het gaat dus om iets anders dan het groene kruid of wel de planten.
En de vierde reden ligt daarin dat in vers 4 een inperking gegeven wordt die op het vorige terugslaat, namelijk dat de mens wel het vlees van de dieren, maar niet het bloed mag nuttigen.