Betreft: Gn. 15: 6
Vraag:
Omdat Abram God geloofde beschouwde God hem als rechtvaardig. Waarom, wat is het verband?
Antwoord:
Ieder mens doet wel verkeerde dingen en daardoor staat hij schuldig voor God. Al zouden we nog zoveel goede dingen doen daarmee kunnen we onze verkeerde daden (zonden) niet wegpoetsen. Als je een bekeuring krijgt omdat je fout geparkeerd staat, helpt het niet dat je bij de kantonrechter aanvoert dat je wel honderd keer goed geparkeerd hebt. Je hoort namelijk goed te parkeren, dat is geen verdienst, maar plicht. Welnu goede dingen doen is onze plicht. Je kunt je dus nooit vrij pleiten op grond van goede werken. De Bijbel zegt het zo: Niemand wordt op grond van werken gerechtvaardigd (Rm. 3: 20-24, Gl. 2: 16; 3: 11 vgl. vs 24).
Abram stond net als ieder mens schuldig voor God. Zijn zonden kon hij niet door goede daden wegwassen. Hij kon niet op grond van werken voor God gerechtvaardigd worden, d.w.z. vrijgepleit van schuld.
Abram geloofde God echter op Zijn woord en God waardeerde dat geloof zo, dat Hij op grond van dat geloof Abram vrijsprak.
Dat zou echter niet kunnen als God geen grond had om dat te doen. Als een goed werk een verkeerde daad niet uitpoetst dan doet het geloof dat toch ook niet?? Dat zou inderdaad niet kunnen.als Jezus Christus niet voor de zonden van schuldige mensen gestorven was en hun zonden voor zijn rekening genomen had (zie 1Pt. 2: 24) en 2Kr.5: 21). Nu was in de dagen van Abraham de komst van Jezus Christus nog verre toekomstmuziek, maar God zag vooruit op het offer dat Jezus Christus zou volbrengen en rekende Abraham rechtvaardig op grond van het offer dat ook voor hem gebracht zou worden. Ook voor Abraham gold: ‘De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem’ (Js. 53: 5).