Betreft: Mt 1: 19
Vraag:
Als Jozef rechtvaardig was had hij Maria toch bij de rechters moeten aanklagen volgens de wet (Dt.22: 23, 24).
Antwoord:
De vraag is waar het rechtschapen zijn van Jozef op slaat. Ziet het op de manier waarop Jozef uit de benarde situatie denkt te komen dan zitten we inderdaad met het probleem, dat hij hier niet naar de wet handelde. Dan was eerder te verwachten, dat er gestaan had: ‘Daar nu Jozef, haar man, barmhartig was, enz ‘.
Dit is dus de oplossing niet. Het rechtschapen zijn moet slaan op het niet willen huwen van Maria omdat ze naar zijn mening niet rein was. Daarnaast wilde hij haar echter ook niet openlijk te schande maken en haar aanbrengen als een die ontrouw was geweest. Wanneer we het woordje ‘ook’ in de zin erbij denken of als we op ‘en’ alle nadruk leggen dan is de betekenis duidelijk. De zin luidt dan:
‘Daar nu Jozef, haar man, rechtschapen was EN haar (ook) niet te schande wilde maken, …’.