Betreft: Mt 3: 13,14
Vraag:
Waarom moest de Heer Jezus gedoopt worden?
Antwoord:
Men zegt wel eens dat wij gedoopt worden omdat Jezus Christus gedoopt werd, maar dat is niet het geval. Jezus Christus liet zich niet dopen om een voorbeeld te zijn voor anderen, maar Hij liet zich dopen omdat anderen gedoopt (waren) werden.
De Israëlieten die zich op de prediking van Johannes de Doper bekeerden erkenden zondaars te zijn en voor God niet in een toestand te verkeren om de Messias en het heil van God (dat verbonden was aan het Koninkrijk der hemelen) te ontvangen. Toen ze zich lieten dopen drukten ze daarmee uit dat ze zich bekeerden, tevens beleden ze daarbij hun zonden ( Mt 3: 6) De doop sprak daarbij van reiniging. Deze Joden vormden daardoor een afgescheiden groep binnen het Jodendom. De doop scheidde hen als het ware van de rest van het volk.
De Heer Jezus kwam om zijn volk te verlossen van hun zonden. Hij vond bij het begin van zijn openbaar optreden deze Joden die uitzagen naar de Verlosser. Dat waren – om met Ps 16: 3 te spreken – ‘de Heiligen in den lande, de heerlijken in wie al zijn welbehagen was’. Hij kwam tot hen en maakte zich één met hen door de doop. Hij hoefde zich niet te bekeren, hij had geen reiniging nodig, maar Hij voegde zich bij deze schapen, die zijn schapen waren en Hij ging hen vóór om hen uit de schaapsstal Israël te voeren ( Jh. 10). Zijn doop was dus een zaak van ‘zich één maken met’ zijn schapen als de Herder die daarna voor hen uit ging.
Dit was naar de gedachten van God. Anders gezegd: dit was recht voor God. Daarom zei de Heer ook tegen Johannes: ‘Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid , al wat recht is, te vervullen’