Mattheüs 05:39 Bergrede en de wet

Betreft: Mt 5: 39

Vraag:

U contrasteert in de cursus Rm.12: 17 met Ex.21: 24. Vervolgens verwijst u naar Mt 5: 39. Wat is echter het verband hier tussen?

Antwoord:

De brief aan de Romeinen behandelt de leer van het heil en laat zien dat we niet gerechtvaardigd worden door werken van de wet, maar alleen op grond van geloof in Jezus Christus. Vervolgens toont Paulus in hoofdstuk 6 en 7 van deze brief aan, dat we zowel voor de zonde (de zondemacht die onze oude natuur beheerst) als voor de wet gestorven zijn. De wet heeft dus over ons geen zeggingskracht meer. We zijn niet onder de wet, maar onder de genade.

In de voorschriften voor onze wandel, die we in Rm.12 aantreffen vinden we dan ook verschillen met de voorschriften die in de wet staan. Daar gold dat als iemand een ander een oog beschadigde, dat dat zijn oog ook beschadigd moest worden. En als er een doodslag had plaatsgevonden dan hadden de nabestaanden het recht van de bloedwraak. Voor de christenen echter geldt dat ze niet kwaad met kwaad mogen vergelden, maar dat ze het kwaad hen aangedaan verdragen moeten en dat ze liever onrecht moeten lijden dan op hun rechten gaan staan. De aanhaling uit Mt 5: 39 dient om aan te geven, dat de Heer Jezus in de Bergrede ook al een ander geluid laat horen dan we in de wet vinden. In plaats van oog om oog geeft Hij ook aan dat we iemand die ons kwaad doet (de boze) niet moeten weerstaan door hem met geweld te bejegenen. Integendeel als iemand ons op de ene wang slaat moeten we hem de andere toekeren. In alles moeten we in de geest van genade handelen.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies