Betreft: MT 18: 10 en 11
Vraag:
Mag uit deze teksten afgeleid worden, dat elke gelovige zijn beschermengel heeft?
Antwoord:
De in de vraag bedoelde konklusie gaat te ver. We kunnen wel stellen dat de kleinen waarover de Heer Jezus spreekt aan de bijzondere zorg van engelen zijn toevertrouwd.
In Hb 1: 14 lezen we dat de engelen dienende geesten zijn, die uitgezonden worden ten dienste van hen die het heil beërven. Zie ook Ps 34: 8; 91: 11. Deze laatste tekst slaat in het bijzonder op de Heer Jezus. Lees ook Lk.16: 22 waar we de dienst van de engelen zien ten aanzien van de gelovigen als ze ontslapen.
We mogen dankbaar zijn voor de dienst van de engelen, maar te stellen dat elke gelovige een beschermengel heeft vind geen steun in de Schrift.