Betreft: Mt. 22: 14 (a)
Vraag:
Dit is geen bemoedigende tekst. Wat moet ik daarmee?
Antwoord:
Zoals altijd moet een tekst in zijn verband gelezen worden. De prediking van het evangelie en het heil dat God daarin beschikbaar stelt, wordt door de Heer Jezus vergeleken met een uitnodiging voor een koninklijke bruiloft.
Wie zou niet bij zo’n bruiloftsfeest willen zijn? Iedereen natuurlijk! Maar zo is het in dit geval niet.
De koning laat aan de genodigden zeggen dat alles klaar is voor het feestmaal. Maar wat gebeurt? De genodigden slaan de uitnodiging af, ja ze mishandelen en doden zelfs de slaven die de uitnodiging brengen.
Hierbij moeten we denken aan de Joden. Zij waren de genodigden. Aan hen werd het heil aangeboden al van de dagen van de profeten af. Die profeten hebben ze echter mishandeld en gedood. Tenslotte zond God zijn Zoon en die doodden ze eveneens (lees daartoe Mt 21: 33-46).
Die afwijzing van de Zoon en ook van het aanbod van heil dat Israël als nog werd gedaan, zien we duidelijk naar voren komen in de evangeliën en in het boek de Handelingen.
De gelijkenis gaat verder en zegt dat de koning zijn legers zond en de stad van de genodigden in brand stak. In de geschiedenis is dat in vervulling gegaan doordat de Romeinse legers Palestina hebben bezet en in het jaar 70 bij het neerslaan van de Joodse opstand, Jeruzalem hebben verbrand en de tempel hebben verwoest.
In het uitnodigen van de mensen op de kruispunten van de wegen, de bedelaars e.d., zien we het brengen van het evangelie aan de volken ofwel de heidenen. Deze worden bijeen gebracht, maar het is niet alles goud wat er blinkt. Niet iedereen bekeert zich werkelijk. Dat wordt aangegeven met de term ‘bozen en goeden’. Dat komt openbaar als de koning de gasten gaat bekijken. Hij ziet er dan een man zonder bruiloftskleed zitten. Om te begrijpen wat daarmee aan de hand is, moeten we iets van de gewoonten van het oosten weten.
Als er een bruiloft was met arme genodigden, dan stelde de gastheer deze mensen een bruiloftskleed ter beschikking. Het was een opperkleed dat men zo kon omgooien als een kamerjas. Een dienstknecht bij de deur reikte deze kleren uit. De man die wordt gearresteerd vond zijn plunje kennelijk goed genoeg en meende geen bruiloftskleed nodig te hebben. Geestelijk gezien slaat dat op mensen die wel christen willen zijn, maar die menen uit zichzelf goed genoeg te zijn om voor God te verschijnen. Zij nemen het bruiloftskleed dat Christus verworven heeft door zijn sterven op het kruis niet aan. Denk bij dit kleed aan Lk. 15: 22 ; Js. 61: 10. Welnu, deze mensen die zich niet waarachtig bekeerd hebben vallen straks door de mand en worden veroordeeld.
Bekijken we nu de les dan zien we dat van de genodigden er niet een kwam, dat van de anderen ook niet allen in eenvoudig geloof het heil aannamen. In vergelijking daarmee waren er maar weinigen die werkelijk gered werden.
Let erop dat God niemand uitsluit, de koning liet tot jan en allemaal de roep uitgaan.
Dat er verhoudingsgewijs slechts weinigen waren ligt aan de mensen, die de uitnodiging afwijzen of die menen dat een uiterlijk christelijk verfje wel voldoende is.
Voor ieder ligt het heil echter klaar. Weinigen uitverkoren??Jammer dan, maar zorg dat je bij die uitverkorenen behoort door het heil aan te nemen. Dat wil zeggen je te bekeren en te geloven in Jezus Christus.