Lukas 08:28 Welke pijn verwachtte de bezetene?

Betreft: Lk. 8: 28

Vraag:

Welke pijn verwachtte de bezetene?

Antwoord:

Bij de bezetene geeft niet de bezetene zelf antwoord, maar de demonen die in hem woonden, doen dat. Het gaat dus niet om de pijn die de man verwachtte, maar de pijn die de demonen voor ogen hadden.

Wat ze vreesden blijkt uit vers 31 namelijk dat ze naar de afgrond verwezen zouden worden. Dat zou pijniging (oordeel) inhouden. In Mt 8: 29 lezen we dat de demonen gevraagd hebben: ‘Zijt ge hier gekomen om ons voor de tijd te pijnigen?’.

Satan en zijn demonen weten dat hen een eeuwig oordeel wacht. In de toekomst zal Jezus Christus hen verwijzen naar de poel des vuurs. De Heer Jezus had echter de macht ze nu al te verwijzen naar de afgrond. Op dit verblijf doelt Jd: 6 en 2 Pt 2: 4. Daar bevinden zich blijkens deze twee teksten al engelen, die gezondigd hebben en die vóór de oordeelsdag al in die afgrond geworpen zijn. Men denkt hierbij aan Gn. 6: 1-5 waarbij men onder de ‘kinderen Gods’ in overeenstemming met Jb. 38: 7 engelen verstaat die zich met de mensen vermengd hebben.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies