Betreft: Lk. 16: 19-31
Vraag:
Het gaat hier toch om een gelijkenis?! Is het dan niet een wat simpele opvatting om te menen dat de gestorvenen echt door de engelen in de schoot van Abraham gedragen worden?
Antwoord:
Het is de grote vraag of het hier om een gelijkenis gaat. In een gelijkenis wordt namelijk nooit iemand met een naam genoemd. Dat is hier wel het geval. Dan zou dit de enige uitzondering zijn en dat is niet erg aannemelijk. Het kan dus heel wel zo zijn, dat de Heer Jezus twee mensen op het oog heeft, die werkelijk in de geven situatie op aarde hebben geleefd.
Maar afgezien daarvan, het is zeker geen gelijkenis zoals die van de Zaaier of die van het koren en het onkruid. In dat soort gelijkenissen moet je gaan omduiden. Je moet je afvragen wie er met de Zaaier wordt bedoeld, wat het zaad voorstelt, wat bedoeld is met op de weg gezaaid zijn, enz.
Dat is hier niet het geval. Het is hooguit een fiktief verhaal. Maar dan een verhaal waarin een tipje van de sluier van het hiernamaals wordt opgelicht.Je hoeft namelijk niets om te duiden. De rijke man staat model voor iemand die alleen voor dit leven geleefd heeft en zich niet om de armen heeft bekommerd. Lazarus staat model voor arme mensen, die op God gehoopt hebben. Je hoeft hem niet om te duiden. Welnu dan is het aannemelijk dat met de engelen ook werkelijk engelen zijn bedoeld en ze ook werkelijk doen wat hier van ze gezegd wordt. Bedenken we dan ook nog dat engelen geesten zijn die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil beërven (Hb 1: 14), dan is de opvatting dat ontslapenen door de engelen in de heerlijkheid gedragen worden, echt niet simpel.