Betreft: Hd.11: 28
Vraag:
Als er een hongersnood over het hele (aard)rijk zou komen, waarom dan een inzameling voor Judea?
Dan leed Antiochië daar toch net zo goed onder?
Antwoord:
Het woord ‘grote’ in grote hongersnood behoeft niet een zware hongersnood aan te duiden,maar een hongersnood over een uitgestrekt gebied. Dit laatste wordt dan nog versterkt door de uitdrukking ‘over het gehele rijk’.
Het gebrek aan voedsel zal dan in het hele rijk niet overal even nijpend geweest zijn. Het kan dus dat Judea meer getroffen werd dan de streek rond Antiochië. Verder zal het gebrek aan opbrengst het voedsel duurder maken en dan krijgen de economisch zwakken de ergste klappen.
We weten dat in Jeruzalem vele Joden ‘uit de vreemde’ op hun oude dag kwamen wonen om in het land van de vaderen te sterven.
Verder waren er (misschien mede vanwege de vervolgingen die het meest de mannen troffen) veel weduwen die ondersteuning nodig hadden.
Bovendien bestond de gemeente te Jeruzalem (gemeenten te Judea) voornamelijk uit eenvoudige lieden, zoals trouwens met de meeste het geval was (zie 1 Ko 2: 26,27).
Hiermee zijn voldoende redenen voorhanden waarmee aannemelijk gemaakt kan worden dat Antiochië de behoefte gevoeld heeft voor Jeruzalem (Judea) een inzameling te organiseren.