Betreft: Rm 1: 17 en 3: 21-31
Vraag:
Graag een nadere uitleg van deze gedeelten.
Antwoord:
Rm.1: 17 zegt, dat in de behoudenis door het geloof ofwel in het evangelie gerechtigheid van God openbaar wordt. Nu zouden wij zeggen: ‘Niet de gerechtigheid van God komt daarin openbaar’, maar de genade van God. Nu is dat laatste ook waar, maar Gods genade en barmhartigheid kan een zondaar niet behouden als er niet aan het recht voldaan is. De redding en verlossing van verloren zondaars berust op recht. Was dat niet zo, dan zou satan alle reden hebben om God te wijzen op het onrechtmatige van Zijn handelwijze en zou hij tegen ons beschuldiging in kunnen brengen. Puntsgewijze kunnen we het volgende zeggen:
a. alle mensen hebben gezondigd, allen hebben gedaan wat verkeerd is. Er is dan ook niemand rechtvaardig, niemand die altijd gedaan heeft wat recht is. We staan allemaal schuldig.
b. kan een rechter mensen die een misdaad begaan hebben rechtvaardig verklaren en vrijspreken? Nee!! Een aardse rechter kan alleen iemand rechtvaardigen als de man vals beschuldigd is. Zo iemand kan hij vrijspreken zonder het recht te kreuken en de beschuldigde gaat gerechtvaardigd (t.o.v. de valse aanklacht, in andere dingen kan hij nl. wel schuldig staan) het gerechtsgebouw uit.
c. aangezien wij allen schuldig staan voor God, zou er van rechtvaardiging eigenlijk geen sprake kunnen zijn. Als God ons zo maar vrij zou spreken dan zou Hij het recht kreuken en niet rechtvaardig zijn in Zijn handelen.
d. dit dilemma is echter doorbroken doordat Christus op het kruis a) onze zondeschuld op zich heeft genomen, 1 Pt 2: 21-24) en daarenboven onze boze zondige aard overgenomen heeft, Hij werd namelijk ’tot zonde gemaakt’ (zie 2 Ko 5: 21). Hij de onschuldige werd voor ons schuldig.
e. ons kwaad is dus in Christus gestraft en onze boze natuur is in Hem geoordeeld.. God is
dus volkomen rechtvaardig als Hij ieder die in Christus gelooft vrijspreekt, onschuldig verklaart ofwel rechtvaardigt.
f. dat nu wordt in Rm 3: 26 uitgedrukt met de woorden ‘om zijn rechtvaardigheid te tonen in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof in Jezus is.
Toevoeging:
rechtvaardig: -kan slaan op het wezen van een Persoon. Een rechtvaardig iemand doet altijd dat wat recht is. In volle zin kan dit alleen van God en van Jezus Christus gezegd worden.
- kan zien op een bepaalde handelswijze, we spreken dan van een rechtvaardige daad.
rechtvaardigheid: -is de eigenschap dat iemand altijd rechtvaardigt handelt. B.v. zijn rechtvaardigheid is iedereen bekend. Ook dit geldt in absolute zin alleen van God en Jezus Christus.
rechtvaardigen: -is iemand rechtvaardig verklaren, onschuldig verklaren ofwel vrijspreken. Wij kunnen alleen mensen rechtvaardigen die vals beschuldigd zijn en dan alleen maar met het oog op die ene valse beschuldiging. - God rechtvaardigt echter zondaars t.a.v. alles wat ze gedaan hebben. Ze zijn.
in elk opzicht gerechtvaardigd geworden: Als iemand onschuldig verklaard wordt dan wordt hij door de persoon die dit doet gerechtvaardigd. God rechtvaardigt de zondaar die gelooft. Deze zondaar wordt daardoor gerechtvaardigd.
gerechtigheid van God: -is vrijwel hetzelfde als de rechtvaardigheid van God. Misschien kunnen we zeggen dat bij het laatste meer de nadruk ligt op Zijn wezen.
rechtvaardiging of rechtvaardigmaking is het feit van of de daad van het rechtvaardigen. Als we iets schenken vindt er een schenking plaats, de rechtvaardiging is ons geschonken.