Betreft: Rm 6: 14,15; 8: 4 ; 13: 8
Vraag:
Kunt u deze verzen nader uitleggen?
Antwoord:
In Rm 13: 8 lezen we dat we schuldig zijn elkaar lief te hebben. En dan staat er achter ‘want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld’. Nu hebben we in Rm 6: 14,15 gezien dat we niet onder de wet zijn. Maar volgens 13: 8 vervullen we wel de wet als we elkaar liefhebben. Je kunt dus de wet vervullen zonder dat je onder de wet staat. Wel, daar heeft Rm 8: 4 het ook al over want daar staat dat de eis van de wet in ons vervuld wordt doordat we niet naar het vlees maar naar de geest wandelen.
Een illustratie kan dit duidelijk maken. Een werknemer staat bij zijn baas onder een arbeidscontract. De man heeft zich te houden aan de voorschriften die bijvoorbeeld voor de machines gelden. Hij mag ze niet over de kop laten draaien. Verder moet hij goed optrekken met zijn collega’s en ze waar mogelijk helpen. Veronderstel nu dat de baas van de zaak kinderloos is en een van de werknemers tot zoon adopteert. Deze man staat nu niet meer onder het arbeidscontract, want hij is nu ‘zoon’.
Als hij zijn ‘vader’ liefheeft en niet naar zijn eigen zin maar in de geest van zijn ‘vader’ handelt dan zal hij de machines goed behandelen en hij zal de werknemers helpen en de aanwijzingen geven die ze nodig hebben. Zonder dat hij onder het arbeidscontract staat, vervult hij dat contract wel. Of anders gezegd: wat het arbeidscontract eist wordt in hem vervuld.