Betreft: 1 Ko 2: 14,15
Vraag:
Is er verschil tussen een ongeestelijk mens en een ongelovige. Kun je in deze verzen niet spreken van ‘niet-christen’ en ‘christen’?
Antwoord:
Er is een verschil tussen het begrip ‘ongeestelijk’ en ‘ongelovig’ of ‘niet-christen’ en wel in deze zin: een ongelovige is een ongeestelijke, maar ieder ongeestelijk mens behoeft nog niet een ongelovige te zijn. Een gelovige die het vlees in zich laat werken, die dus vleselijk gezind is, is namelijk ook ongeestelijk.
Nu komt dit onderscheid niet in alle vertalingen even goed uit. De Nieuwe Vertaling spreekt in 1 Ko 2: 14 over ‘een ongeestelijk mens’. De Statenvertaling en de Telosuitgave van het N.T. hebben hier staan ‘de natuurlijke mens’, letterlijk de mens beheerst door zijn ziel. Daarbij is het vrijwel zeker dat hij alleen ongelovigen op het oog heeft. Daartegenover staat dan de geestelijke mens van vers 15. De tegenstelling die Paulus hier naar voren brengt is dus ook weer te geven met ‘de ongelovige’ of ‘niet-christen’ tegenover de ‘gelovige’ of ‘christen’, maar de laatste dan zoals hij geestelijk gesteld behoord te zijn.
In 1 Ko 3: 1 spreekt Paulus namelijk de Korinthiërs aan (die hij in 1 Ko 1: 2 geheiligden in Christus Jezus heeft genoemd; hij gaat er dus vanuit dat ze allen oprechte gelovigen zijn) en maakt hij ook een onderscheid, nu tussen ‘geestelijken’ en ‘vleselijken’. Een gelovige kan dus geestelijk zijn, maar ook vleselijk. We kunnen de volgende indeling maken: de mensheid, ongelovigen gelovigen (natuurlijke mensen -1 Ko 2: 14, | ‘die de geest niet hebben’ -Jd: 19). Uiteraard zijn deze ook ‘ongeestelijk’, geestelijken vleselijken, ongeestelijken.