Betreft: 1Ko 6: 1 nu
Vraag:
Hoe los je deze dingen tegenwoordig op? Als bijvoorbeeld iemand ten onrechte ontslagen wordt, heb je geen andere mogelijkheid als naar de aardse rechter te stappen?
Antwoord:
De apostel Paulus geeft hier(1) een voorschrift voor de verhouding van gelovigen onderling zie o.a.vers 5 b en 6 a. In die tijd was er (2) geen verdeeldheid in groepen en kerken. Een (3) schijnchristendom werd slechts bij een enkeling gevonden. Deze drie dingen moeten we laten meespelen bij een beoordeling van de situatie in onze tijd. Er valt dan het volgend van te zeggen:
(1) Als een gelovige een zaak heeft met een ongelovige dan ligt dat op een ander vlak. De zaak kan dan niet in de gemeente besproken en geregeld worden. In bepaalde gevallen zal men dan niet anders dan naar de rechter kunnen stappen. In hoever de gelovige dan onrecht wil lijden (vs.7) moeten we aan ieders persoonlijk geweten overlaten. Wel moet een gelovige in zo’n geval oppassen dat zijn christen-zijn niet in discrediet komt doordat hij ‘het onderste uit de kan wil halen’.
(2) Krijgen we een zaak met een medechristen, die tot een andere geloofsgemeenschap behoort, dan zal men moeten proberen de leidende gelovigen in die groep of kerk zover te krijgen dat ze deze kwestie met de betrokkene opnemen en ‘recht doen’. Kan men ze daartoe niet bewegen omdat ze laks zijn of omdat ze iemand willen ontzien dan is het beter onrecht te lijden als het om kleine zaken gaat. Bij ernstiger zaken kan het zo liggen dat men wel naar de rechter moet stappen.
(3) Het kan voorkomen dat iemand in feite geen ‘broeder’ is omdat hij behoort tot een gemeenschap die eigenlijk niet op de bodem van de Schrift staat. Dan treedt situatie (1) op.
Betreft het zaken binnen de eigen geloofsgemeenschap dan kan het voorschrift van de apostel precies zo opgevolgd worden als het door de apostel bedoeld is. Bij ontslagprocedures zit het alleen zo, dat men voor de overheid moet duidelijk maken dat een ontslag noodzakelijk en gerechtvaardigd is. De overheid eist dat en daaraan moet dus voldaan worden.
Het is van belang dat we in zulke zaken -geval 1,2 of 3 maakt geen verschil-nooit in een verkeerde gezindheid handelen. Het is vaak ook verstandig de kwestie eens met een wijze gelovige te bepraten. Wij kunnen namelijk een kwestie wel eens verkeerd beoordelen, omdat we er zelf bij betrokken zijn.