Betreft: 7. 12 (3)
Vraag:
Waarom staat er in 1Ko 7: 12 ‘een broeder’ in plaats van ‘een man’ en in vers 13 ‘een vrouw’ in plaats van ‘een zuster’, zie ook vs.14: vrouw-broeder.
Antwoord:
a) 1Ko 7: 12.
‘als een broeder een ongelovige vrouw heeft’,
hiermee geeft Paulus aan dat het om een gelovige man gaat. Hij had dat ook kunnen schrijven: ‘als een gelovige man een ongelovige vrouw heeft’.
Het woord ‘broeder’ is echter korter en geeft de band (broeder – en zusterband) als kinderen in de Heer aan.
b) vers 13.
‘En als een vrouw……..’
Uit de tegenstelling blijkt al dat het om een gelovigen vrouw gaat. Paulus hoefde dus niet ‘een gelovige vrouw’ te schrijven. Nu had hij echter ook kunnen schrijven: ‘en als een zuster……’. Hij doet dat evenwel niet, misschien om uit te laten komen of extra te benadrukken dat het, om de vrouw van een ongelovige man gaat: er is dus een huwelijksband net als in ’t eerste geval, maar daar wordt hier extra nadruk opgelegd.
c) vers 14.
‘de ongelovige man is geheiligd door de vrouw’.
Weer nadruk op de huwelijksband daarin is zij de man onderworpen en toch is de man door die relatie geheiligd.
‘de ongelovige vrouw is geheiligd door de broeder’.
d) vers 15.
In dit vers wordt de relatie van huwelijk niet meer beklemtoond. Nu is er sprake, zowel van broeder als van zuster.
In vers 16 gaat het juist weer over de huwelijksbetrekking en daar is sprake van vrouw/man.